en herstel schade aan de nog bruikbare tanden.
Herstel alle verdere schade aan de machine
voordat u deze gaat gebruiken.
Transport
Als u de machine wilt verplaatsen, haalt u de
verluchter op en schakelt u de aftakas uit. Om te
voorkomen dat u de controle verliest, moet u steile
hellingen langzaam berijden, dichtbegroeide plekken
langzaam naderen en voorzichtig zijn als u een sterk
golvend terrein oversteekt.
Belangrijk
: rijd niet sneller dan 24km/uur.
LET OP: u mag de door de fabrikant aanbevolen
maximale of minimale bandenspanning niet
overschrijden.
Inspectie en reiniging na gebruik
Spoel de machine na ieder gebruik grondig af met een
tuinslang zodat de machine niet wordt verontreinigd.
Gebruik een tuinslang zonder spuitpistool om schade
aan de afsluiting en lagers door de hoge waterdruk te
voorkomen. U kunt een borstel gebruiken om
aangekoekt materiaal te verwijderen.
Gebruik een mild reinigingsmiddel om de afdekplaat
te reinigen. Door de afdekplaten regelmatig met
autowas te behandelen, blijft de glans behouden. Na
de reiniging controleert u de machine op
beschadigingen, olielekkages en slijtage van
onderdelen en tanden.
Gebruikerstips
1.
Schakel de aftakas langzaam in en laat deze
langzaam draaien. Voer het toerental op tot
maximaal 540 tpm voordat u de verluchter
neerlaat. Werk met een motortoerental waarbij de
verluchter zo soepel mogelijk loopt.
N.B.: als u het toerental van de motor/aftakas
verandert bij een bepaalde versnelling (of bij een
vaste hydrostatische positie van het gaspedaal bij
tractoren met hydrostatische overbrenging), zal
hierdoor de afstand tussen de voorste gaten NIET
veranderen.
Belangrijk
: laat de aftakas niet lange tijd met
een hoog toerental draaien als de verluchter is
opgehaald van de grond.
2.
Maak zeer flauwe bochten tijdens het verluchten.
Maak nooit scherpe bochten als de aftakas is
ingeschakeld. Plan de verluchtingsbaan voordat u
de verluchter neerlaat.
3.
Als de tractor dreigt vast te lopen op harde grond
of tijdens het beklimmen van een helling, moet u
de verluchter een klein stukje ophalen totdat u
weer snelheid wint. Daarna laat u de verluchter
weer neer.
Ga niet verluchten als de grond te hard of te
4.
droog is. De beste resultaten verkrijgt u
verkregen na een regenbui of nadat het gazon de
voorgaande dag is besproeid.
N.B.: als de roller tijdens het verluchten loskomt
van de grond, is de grond te hard om de gewenste
diepte te verkrijgen. Verminder de verluchtings-
diepte totdat de roller tijdens het verluchten de
grond raakt.
Laat de tanden minder diep in de bodem
5.
doordringen indien deze erg vast is. Reinig de
tanden en verlucht nogmaals, maar nu dieper, bij
voorkeur na het besproeien.
De verluchter heeft een offset naar een kant zodat
6.
u kunt verluchten zonder met de tractorbanden
over de zwadden te rijden. Indien mogelijk moet
u verluchten met de langere offset aan de kant
van een eerder verluchte baan.
7.
Als u de verluchtingsdiepte wijzigt, moet u altijd
de bovenbevestiging controleren/instellen. De
voorkant van de verluchter moet in verticale
positie en in een lichte voorwaartse hoek zijn
geplaatst. Experimenteer met de diepte en de
hoek om de beste kwaliteit van de gaten te
verkrijgen.
N.B.: als u gaten met een optimale kwaliteit hebt
verkregen, is het handig om de instelling van de
werkdiepte en de lengte van de bovenbevestiging
24