Plaatsing naspoor-/
veiligheidssteunen
N.B.: gebruik het castorwiel om de verluchter op een
hard oppervlak voort te bewegen, wanneer deze recht
achter de trekker moet worden gekoppeld voor
installatie of opslag. Zet de verluchter horizontaal. Dit
doet u door de roller bij te stellen totdat de punt van
de pijl voor de instelling van de werkdiepte zich iets
boven de afdekplaten bevindt.
1.
Verwijder de bout en de moer waarmee de buis
van de achternaspoor/veiligheidssteun aan de
transportpallet is bevestigd. Bij montage van de
castorwielen moeten de bout en de
afdichtingsring bevestigd blijven.
1. Transportpallet
2. Naspoor/veiligheidssteun
2.
Til de verluchter van de pallet.
3.
Haal de pallet weg.
Monteer het castorwiel met de eerder verwijderde
4.
bout en afdichtingsring (Afb. 8) aan de buis van
de achternaspoor/veiligheidssteun.
1. Castorwiel
2. Naspoor/ veiligheidssteun
Afb. 7
Afb. 8
5.
De naspoor/veiligheidssteun kan in twee standen
worden gezet
•
Opgeklapt bij opslag van de verluchter
•
Uitgeschoven voor onderhoud van de
verluchter
6.
Zet de naspoor/veiligheidssteun met de pen in de
gewenste stand vast. Draai de castorknop vast.
Laat de verluchter langzaam neer op de grond.
7.
2
1
1. Pen
2. Castorknop
Afstelling slingerarm
U moet de slingerarmen aan de onderste trekarmen
van de driepunts-koppeling afstellen om de zijwaartse
speling te beperken tot maximaal 25 mm naar elke
kant.
1.
Stel de onderste armen in totdat ze de montage-
platen van de verluchter raken. Dit vermindert de
spanning op de pennen. Als de tractor is uitgerust
met slingerkettingen in plaats van slingerarmen,
dan moeten er afdichtingsringen worden
geplaatst tussen de onderste bevestigingsarm en
de lynch-pen om het gewicht op de hefpennen te
verminderen.
– 12 –
Afb. 9