9 Buiten gebruik stellen
28
9 Buiten gebruik stellen
9.1 Tijdelijke buitenbedrijfstelling van het toestel
► Vergewis u ervan dat de zonneregelaar tijdens langere afwezigheid in de be-
drijfsmodus Automatisch blijft werken.
► Onderbreek nooit de stroomvoorziening om vorstbescherming te garanderen.
AANWIJZING
Installatieschade door vorst bij onderbreking van de stroomvoorziening
De zonne-installatie is met water gevuld.
Wanneer de stroomtoevoer van de zonne-installatie wordt onderbroken, werkt
de vorstbescherming niet meer en kan bij lage temperaturen de zonne-installatie
bevriezen.
► Bij buitentemperaturen lager dan 2 °C de regelaar maximaal 15 minuten
stroomloos schakelen
► Bij buitentemperaturen lager dan -5 °C de regelaar maximaal 10 minuten
stroomloos schakelen
► Bij buitentemperaturen lager dan -10 °C de regelaar maximaal 5 minuten
stroomloos schakelen
► Voor langer durende werkzaamheden moet de installateur de zonne-installa-
tie en het zonnecircuit volledig legen.
► Collectoren met perslucht leeg blazen
9.2 Definitieve buitenbedrijfstelling van het apparaat
► Geef uw installateur hiertoe opdracht.
THBEnl2126 01/15 V 1.4