9 Energiebesparing
9 Energiebesparing
Door een bewuste omgang met de verwarmingsinstallatie kan het
energieverbruik aanzienlijk gereduceerd worden.
Verwarmen
Ruimtetemperatuur reduceren.
Elke graad minder reduceert het energieverbruik met ca. 6 %.
Ruimtes overeenkomstig het gebruik ervan verwarmen.
Als er ruimtes lange tijd niet gebruikt worden, ruimtetemperatuur
reduceren.
Tijdens afwezigheid en 's nachts op verlaagd temperatuurniveau
verwarmen.
Afkoeling vermijden.
In ongebruikte ruimtes de ruimtetemperatuur niet onder 15 °C
laten zakken.
Deuren gesloten houden.
Deuren tussen ruimtes met een verschillend temperatuurniveau
gesloten houden.
Radiatoren vrijhouden.
Radiatoren niet met meubels of gordijnen afdekken.
Verluchting
Efficiënt verluchten
Ramen voor korte tijd volledig openzetten. Geen langdurige
verluchting via een raam op kiepstand.
Verwarming lager zetten
Zet de verwarming laag of uit tijdens het verluchten.
Warm water
Warmwatertemperatuur reduceren.
De gewenste warmwatertemperatuur enkel zo hoog als nodig
instellen.
Circulatiepomp via tijdprogramma instellen.
De circulatiepomp voor warm water via het tijdprogramma
zodanig instellen dat de pomp enkel loopt als er warm water
nodig is.
Onderhoud
Onderhoudsinterval respecteren.
Een regelmatig onderhoud van de installatie draagt bij tot
energiebesparing en milieubescherming.
31-36