Bedrading van de
afstandsbediening
Bedradingsklem
(11) (accessoire)
(1) Monteer de
kabelbinder aan
de ingangszijde.
DETAIL
Bedrading voor
voedingsspanning
en aarding
• Wanneer het paneel van de leidingdoorvoer is afgesneden
en wordt gebruikt als een doorvoergat voor de bedrading,
nadat de bedrading is aangesloten, moet het paneel worden
gerepareerd.
• Sluit de opening rond de bedrading af met behulp van
stopverf en isolerende materiaal (ter plaatse aan te leveren).
(Wanneer insecten en kleine dieren in de binnenunit
terechtkomen, kan dit kortsluiting in de schakeldoos
veroorzaken.)
• Wanneer de bedrading voor lage spanning (zoals de
bedrading van de afstandsbediening) en de bedrading voor
hoge spanning (transmissiebedrading, aardleider) vanaf
dezelfde plaats bij de binnenunit binnenkomen, kan
elektrische ruis (ruis van buitenaf) ontstaan, waardoor
storingen worden veroorzaakt.
• Houd een afstand van meer dan 50 mm aan tussen
de lagespanning-bedrading (bedrading van de
afstandsbediening) en de hogespanning-bedrading
(besturingsbedrading en aardingsbedrading) op alle
plaatsen buiten de binnenunit. Als beide bedradingen naast
elkaar worden gelegd, kunnen ze worden beïnvloed door
elektrische ruis (lawaai van buitenaf) en een defect of storing
veroorzaken.
Besturingsbedrading
en aardingsbedrading
Kunststof bussen
(10) (accessoire)
Bedrading voor hoge spanning
Tussenruimte van 50 mm
9-2
VOORBEELD VAN BEDRADING
VOORZORGSMAATREGELEN
Let erop dat u zeker een aardlekschakelaar installeert in de
buitenunit.
Die dient om elektrische schokken en brand te voorkomen.
Voor de bedrading van de buitenunit dient u de installatie-
handleiding te raadplegen die bij de buitenunit is geleverd.
Het systeemmodel bevestigen.
• Paarmodel:
1 afstandsbediening regelt 1 binnenunit (standaardmodel).
(Zie Afb. 31)
Nederlands
Klem (4) (accessoire)
(2) Zet de bedrading vast
met klemmen, zodat er
geen spanning op de
aansluiting komt te
staan.
Klem (4) (accessoire)
(3) Bind de bedrading voor
de voedingsspanning
en aarding samen en
zet ze met de klemmen
vast aan het
klemmenblok.
Stopverf of isolatie
(ter plaatse aanleveren)
Koelmiddelleidingen
Bedrading van de
afstandsbediening
Afvoerleidingen
Bedrading voor
lage spanning
• Simultaan werken model:
1 afstandsbediening regelt 2 binnenunits
(2 binnenunits werken gelijk). (Zie Afb. 32)
• Groepsbesturing: 1 afstandsbediening regelt maximaal
16 binnenunits
(Alle binnenunits werken overeenkomstig de
afstandbediening). (Zie Afb. 33)
• Besturing met behulp van 2 afstandsbedieningen:
2 afstandsbedieningen voor de besturing van 1 binnenunit.
(Zie Afb. 36)
Dubbel type
Aardlekschakelaar
Buitenunit
1 2 3
Binnenunit
Afstandsbediening
(optioneel accessoire)
Afb. 31
Systeem met simultane werking
Aardlekschakelaar
Buitenunit
1 2 3
OPMERKING 1)
1 2 3
P1 P2
Binnenunit (Master)
P1 P2
OPMERKING 2)
Afb. 32
OPMERKING
1. De nummer van de aansluitklemmen van de binnen-
en buitenunits moeten overeenstemmen.
2-1. Sluit de afstandsbediening uitsluitend aan op de
masterunit.
2-2. De afstandsbediening mag uitsluitend op de masterunit
worden aangesloten; de afstandsbediening hoeft niet
door middel van transmissiebedrading op de slave-units
te worden aangesloten. (Sluit de slave-units niet aan.)
2-3. De binnenthermostaat is enkel effectief voor de
binnenunits waarmee de afstandsbediening verbonden is.
Voeding
220 - 240V
~
50Hz
1 2 3
OPMERKING 1)
P1 P2
P1 P2
Voeding
220 - 240V
~
50Hz
1 2 3
P1 P2
Binnenunit (Slave)
Afstandsbediening
(optioneel accessoire)
14