Installatievoorbeeld
(Zie afbeelding 3)
1
Verankering
2
Plafondtegel
3
Lange moer of wartel
4
Ophangbout
5
Binnenunit
OPMERKING
Alle bovenvermelde onderdelen worden niet
meegeleverd.
Voor
een
standaardinstallatie, neemt u contact op met uw
dealer voor bijzonderheden.
Installatie binnenunit
Wanneer optionele accessoires worden geïnstalleerd (behalve het
luchtinlaatpaneel), lees dan ook de montagehandleiding van de
optionele accessoires. Naargelang de omstandigheden ter plaatse,
kan het eenvoudiger zijn om de optionele accessoires te installeren
voordat de binnenunit zelf wordt geïnstalleerd.
1
Monteer de binnenunit voorlopig.
-
Bevestig de ophangbeugel aan de ophangbout. Zorg dat
deze stevig wordt vastgehecht door middel van een moer
en pakkingring aan de boven- en onderzijde van de
ophangbeugel. (Zie afbeelding 4)
1
Moer (niet meegeleverd)
2
Sluitring voor ophangbeugel (meegeleverd met de unit)
3
Draai vast (dubbele moer)
2
Controleer of de unit horizontaal waterpas staat.
-
Installeer de unit niet gekanteld. De binnenunit is uitgerust
met een ingebouwde afvoerpomp en vlotterschakelaar.
(Als de unit tegen de richting van de condenswaterstroom
in gekanteld staat, kan de werking van de vlotterschakelaar
verstoord raken en er water beginnen te lekken.)
-
Controleer of de unit waterpas staat aan alle vier hoeken met
een waterpas of een vinylbuis gevuld met water, zoals op
afbeelding 9 wordt getoond.
1
Waterpas
2
Vinylbuis
3
Draai de bovenste moer vast.
De leiding monteren
Sluit de meegeleverde leiding aan.
Luchtinlaatzijde
-
Bevestig de leiding en de flens aan inlaatzijde (ter plaatse te
voorzien).
-
Sluit de flens aan op de hoofdunit met de
accessoireschroeven (7).
-
Wikkel de flens aan inlaatzijde en het
leidingaansluitingsgedeelte in met aluminiumtape of iets
dergelijks om te voorkomen dat er lucht ontsnapt.
Wanneer u een leiding bevestigt aan de inlaatzijde, moet u
een luchtfilter plaatsen in de luchtdoorgang aan de
inlaatzijde.
(Gebruik
stofopvangefficiëntie
gravimetrische techniek.)
De aanwezige filter wordt niet gebruikt wanneer de
inlaatleiding bevestigd is.
andere
installatie
dan
een
luchtfilter
met
een
van
minstens
50%
in
een
Flens
(Lokale levering)
Verbindingsschroef (7)
(accessoire)
Aluminiumtape
(Lokale levering)
Luchtinlaatzijde
de
Luchtuitlaatzijde
-
Sluit de leiding aan in overeenstemming met de lucht in de
flens aan uitlaatzijde.
-
Wikkel de flens aan uitlaatzijde en het
leidingaansluitingsgedeelte in met aluminiumtape of iets
dergelijks om te voorkomen dat er lucht ontsnapt.
-
Isoleer de leiding om condensatievorming te voorkomen.
(Materiaal: glaswol of polyethyleenschuim, 25 mm dik)
-
Gebruik elektrische isolatie tussen de leiding en de
muur wanneer u metalen leidingen gebruikt om metalen
latten van het net of hek of metalen platen in houten
gebouwen door te steken.
-
Leg zeker aan uw klant uit hoe hij het ter plaatse
voorziene materiaal (luchtfilter, rooster (zowel het
luchtuitlaat- als het aanzuigrooster) enz.) moet
onderhouden.
De koelleidingen aansluiten
Voor het koelmiddelleidingwerk van de buitenunit dient u de
montagehandleiding te raadplegen die bij de buitenunit is geleverd.
Controleer, voordat de leidingen worden aangelegd, welk type
koelmiddel wordt gebruikt.
De montage moet door een erkende koelmiddelinstallateur
uitgevoerd worden; de keuze van het materiaal en de
montage dienen te voldoen aan de toepasselijke nationale
en internationale voorschriften. In Europa dient norm
EN378 gehanteerd te worden.
Gebruik een pijpsnijder en tromp die geschikt is voor het
gebruikte koelmiddel.
Knijp de leiding dicht of plak deze af met tape om te voorkomen
dat vuil, vloeistof of andere vreemde stoffen de leiding kunnen
binnendringen.
Gebruik alleen naadloze leidingen van koperlegering (ISO 1337).
De buitenunit is gevuld met koelmiddel.
Breng aan beide zijden van zowel de gas- als de vloeistofleidingen
het thermische isolatiemateriaal aan om waterlekkage te
voorkomen.
Gebruik
warmtebestendig is, omdat bij gebruik van een warmtepomp de
temperatuur van de gasleiding kan oplopen tot ongeveer 120°C.
Gebruik bij het aansluiten of losmaken van de leidingen aan/van
het toestel altijd een moersleutel en een momentsleutel.
1
Momentsleutel
2
Moersleutel
3
Verbinding van de leidingen
4
Voor verbrede uiteinden bedoelde moer
Meng alleen het vermelde koelmiddel in het koelmiddelcircuit en
niets anders, dus geen lucht enz.
Gebruik alleen uitgegloeid materiaal voor trompverbindingen.
Raadpleeg Tabel 1 voor de afmetingen van de optrompbout en
het geschikte draaimoment. (Overmatig aanspannen kan de
wartel beschadigen en lekken veroorzaken.)
Isolatiemateriaal
Flens
Hoofdunit
(Lokale levering)
Aluminiumtape
(Lokale levering)
Luchtuitlaatzijde
isolatiemateriaal
dat
voldoende
1
2
3
4
4