Om extra apparaataansluitingen in te stellen, selecteert u een van de volgende opties in het vervolgkeuzemenu op het tabblad
Apparaten:
•
Open (standaard): nieuwe apparaten zullen automatisch verbinding maken en worden geregistreerd.
•
Beperkt: nieuwe apparaten worden met het SSID-netwerk verbonden, maar blijven in de lijst Niet geregistreerd staan tot
ze handmatig worden geregistreerd.
•
Particulier: nieuwe apparaten kunnen geen verbinding maken met het audiosysteem of niet worden geregistreerd.
SSID-labels voor aangepaste netwerken
Aanbevolen wordt om na het opstarten van het standaardnetwerk over te schakelen op een aangepast draadloos netwerk:
•
Herkenbaar: geef verschillende namen op voor uw installatie. Bruikbare namen verwijzen naar een ruimte of algemeen
gebruik van het systeem (voorbeelden: SSID=Training of SSID=3NW)
•
Beveiliging: Aangepaste SSID's hebben minder kans om onbedoeld met ongewenste draadloze microfoons te worden
verbonden.
•
Automatische updates: Alle aangesloten apparaten worden automatisch bijgewerkt zodat ze overeenkomen met het
nieuwe netwerklabel.
Het SSID-label van het netwerk aanpassen:
Instellingen > SSID's.
1.
Ga naar
2.
Selecteer een SSID en hernoem deze. Kies namen (maximaal 32 tekens) die verwijzen naar uw installatie of gebruiks
geval.
Opmerking: de standaard SSID 00 kan niet worden bewerkt.
3.
(Optioneel) Druk op Overzetten naar apparaten om de statische SSID-lijst van alle apparaten die verbonden zijn met dit
toegangspunt te updaten. De opstartmodus van het apparaat moet op Statische lijst zijn ingesteld.
Conflicten rond identieke labels oplossen
Als meerdere toegangspunten dezelfde SSID delen en zich in het bereik van de apparaten bevinden, lost het systeem het con
flict op door middel van een van de volgende opties:
•
Laatst aangesloten toegangspunt op basis van zijn unieke MAC-adres
•
Of als er geen wordt herkend, het toegangspunt met het sterkste RF-signaal
Shure Incorporated
33/94