Het aanleggen van de afvoerleidingen
Installatie afvoerleidingen
Monteer het afvoerleidingwerk zoals op de afbeelding wordt getoond
en neem maatregelen tegen condensatie. Verkeerd aangelegd
leidingwerk kan leiden tot lekkage en eventueel natte meubels en
eigendommen.
1-1,5 m
1
Ophangstaaf
Installeer de afvoerleidingen.
-
Houd de leidingen zo kort mogelijk en laat ze naar beneden
aflopen met een helling van minstens 1/100 zodat er geen
lucht in de leidingen kan blijven vastzitten.
-
Houd het leidingformaat gelijk aan of groter dan de
verbindingsleiding (vinylbuis met een nominale diameter
van 25 mm en buitendiameter van 32 mm).
-
Duw de meegeleverde afvoerslang zo ver mogelijk over
de afvoermof.
1
1
Afvoermof (bevestigd aan de unit)
2
Afvoerslang (meegeleverd met de unit)
-
Span de metalen klem aan tot de schroefkop minder dan
4 mm van het metalen klemonderdeel is verwijderd, zoals
getoond in de afbeelding.
3
4
A
A'
1
1
Afvoermof (bevestigd aan de unit)
2
Afvoerslang (meegeleverd met de unit)
3
Metalen klem (meegeleverd met de unit)
4
Grote afsluitplaat (meegeleverd met de unit)
5
Afvoerleidingen (niet meegeleverd)
-
Wikkel de meegeleverde, grote afsluitplaat om de metalen
klem en afvoerslang om deze te isoleren en bevestig deze
met klemmen.
-
Isoleer het volledige afvoerleidingwerk in het gebouw (niet
meegeleverd).
-
Als de afvoerslang niet voldoende kan afhellen, bevestig dan
een verhogende afvoerleiding op de slang (niet
meegeleverd).
7
1
2
A-A'
4 mm
3
4
1
2
2
5
Hoe afvoerleidingwerk installeren
(Zie afbeelding 10)
1
Plafondtegel
2
Ophangbeugel
3
Verstelbaar bereik
4
Verhogende afvoerleiding
5
Afvoerslang (meegeleverd met de unit)
6
Metalen klem (meegeleverd met de unit)
1
Sluit de afvoerslang aan op de verhogende afvoerleidingen en
isoleer deze.
2
Sluit de afvoerslang aan op de afvoeruitgang op de binnenunit
en bevestig deze met de klem.
Installatie
Installatie achteraanzuiging
Wanneer stoffen leiding is geïnstalleerd
Wanneer luchtinlaatpaneel rechtstreeks
is geïnstalleerd
Voorzorgsmaatregelen
-
Installeer de verhogende afvoerleidingen op een hoogte van
minder dan 625 mm.
-
Installeer de verhogende afvoerleidingen in een rechte hoek
ten opzichte van de binnenunit en op niet meer dan 300 mm
van de unit vandaan.
-
Installeer de afvoerslang waterpas of licht omhoog gekanteld
(≤75 mm) om luchtbellen te voorkomen.
-
De afvoerpomp die in deze unit is gemonteerd, heeft een hoge
opvoerhoogte. Het kenmerk van deze pomp is dat hoe hoger de
pomp is, des te lager het afvoergeluid wordt. Om die reden
wordt een afvoerpomphoogte van 300 mm geadviseerd.
OPMERKING
De helling van de bevestigde afvoerslang dient
75 mm of minder te zijn, zodat de afvoermof
geen extra kracht dient te weerstaan.
Monteer ophangbeugels elke 1 tot 1,5 m om
een afwaartse helling van 1:100 te verzekeren.
Bij het bundelen van meerdere afvoerleidingen
moeten de leidingen worden geïnstalleerd,
zoals afgebeeld in afbeelding 11. Selecteer
samenlopende afvoerleidingen waarvan het
kaliber geschikt is voor de bedrijfscapaciteit
van de unit.
1
Samenlopende afvoerleidingen
met T-verbinding
Afvoerleidingen testen
Controleer nadat het leidingwerk is voltooid, of het afvoeren
vlot verloopt.
Voeg langzaam ongeveer 1 l water toe via de uitblaasopening.
Controleer op waterlekkages.
Methode om water toe te voegen. Zie afbeelding 8.
1
Waterinlaat
2
Draagbare pomp
3
Afdekking van waterinlaat
4
Emmer (water toevoegen via waterinlaat)
5
Aflaatuitlaat voor onderhoud (met rubber aflaatplug)
6
Koelmiddelbuizen
A (mm)
231
350-530
231