Inhoudsopgave
Advertenties
2.2 Pompfuncties – bedieningspaneel
Knop voor comfortinstelling – Comfortinstellingen
Met de knop van de comfortinstelling wordt de luchtdruk in het matras
aangepast. Als de knop rechtsom wordt gedraaid, nemen de luchttoevoer en de
druk in het matras toe. Als de knop linksom wordt gedraaid, nemen de
luchttoevoer en de druk in het matras af.
Voor zitposities raden wij aan de druk met 25 kg te verhogen. Controleer met
een handtest (zie paragraaf 3.4).
Maximale druk (verpleegstand)
Met deze functie wordt het complete matras opgeblazen om vaste steun te
bieden. Deze functie moet worden gebruikt bij het verplegen van de gebruiker,
het veranderen van de positie van de gebruiker en bij het in of uit het bed
verplaatsen van de gebruiker. Deze functie keert na ongeveer 30 minuten
automatisch terug naar de vorige instelling.
Informatiesignaal
Wanneer de matrasdruk te laag is, wordt een audiovisueel alarm geactiveerd.
Het informatiesignaal uitzetten
Schakel het akoestische alarm uit door op de knop Audio uit te drukken. Het
akoestische alarm wordt na zeven minuten opnieuw geactiveerd indien de druk
niet is teruggegaan naar normaal.
Zie hoofdstuk 7 voor probleemoplossing in het geval van problemen met
meldingen.
Normale druk
Het lampje brandt continu wanneer het matras klaar is voor gebruik. Het
knippert wanneer er lucht in het matras wordt gepompt.
7
Advertenties
Inhoudsopgave
