Bakboordoptie
(diepte neemt af aan bakboordzijde)
Wendvariabelen
•
Ref. diepte: dit is de referentiediepte voor de DCT-functie. Als
DCT is gestart, leest de stuurautomaat de huidige diepte en
wordt deze diepte ingesteld als de referentiediepte. De
referentiediepte kan worden gewijzigd als de functie actief is
•
Diepte gain: deze parameter bepaalt de ratio tussen ingesteld
roer en de afwijking van de geselecteerde dieptecontour. Hoe
hoger de Depth gain-waarde, hoe meer roer er gegeven wordt.
Als de waarde te klein is, zal het lang duren voordat het afdrijven
van de ingestelde dieptecontour gecompenseerd wordt, en zal
de stuurautomaat de boot niet op de geselecteerde diepte
kunnen houden. Als de waarde te groot is, neemt de
overschrijding toe en wordt de sturing instabiel.
•
CCA: de CCA is de hoek die wordt opgeteld bij of afgetrokken
van de ingestelde koers. Met deze parameter kunt u de boot met
S-bewegingen rond de referentiediepte laten gieren. Hoe groter
de CCA, hoe meer er gegierd mag worden. Als de CCA is
ingesteld op nul, mag er niet gegierd worden.
Stuurautomaat instellen
Het instellingsvenster Stuurautomaat is afhankelijk van welke
stuurautomaatcomputer op het systeem is aangesloten. Als er meer
dan één stuurautomaat is aangesloten, toont het instellingsvenster
Stuurautomaat de opties voor de actieve stuurautomaat.
Buitenboord stuurautomaat
(diepte neemt af aan stuurboordzijde)
| HDS Live Gebruikershandleiding
Stuurboordoptie
131