Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Elektroden Bevestigen - Mortara Instrument ELI 10 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De elektroden bevestigen

1. Ontbloot de armen en benen van de patiënt om de ledemaatafleidingen te bevestigen.
2. Plaats de elektroden op vlakke, bevleesde delen van de armen en benen.
3. Plaats de elektroden aan de binnenzijde van elke arm (tussen pols en elleboog).
4. Plaats de elektroden aan de binnenzijde van elke kuit (tussen enkel en knie).
5. Plaats de elektroden op gelijke afstand van het hart en op dezelfde plaats op elke ledemaat.
6. Plaats bij vrouwelijke patiënten de precordiale elektroden boven de borst en niet onder het borstweefsel.
7. Als een ledemaatplaats niet beschikbaar is, plaats de elektroden dan op gelijke afstand van de torso en op
gelijke afstand van een doorbloed gedeelte van de stomp.
8. Bevestig de elektroden op de huid. Een goede test voor een stevig contact van de elektrode met de huid is
om licht aan de elektrode te trekken om de hechting te controleren. Als de elektrode vrij beweegt moet
deze worden veranderd. Als de elektrode niet makkelijk beweegt is sprake van een goede verbinding.
Voor een nauwkeurige plaatsing en meting van de V-afleiding is het belangrijk om de vierde intercostale ruimte te
vinden. De vierde intercostale ruimte wordt bepaald door eerst de eerste intercostale ruimte te lokaliseren. Omdat
patiënten een verschillende lichaamsbouw hebben, is het moeilijk om de eerste intercostale ruimte nauwkeurig te
palperen. Lokaliseer dus de tweede intercostale ruimte door eerst de Hoek van Louis (het benige uitsteekseltje
waar het lichaam van het sternum samenkomt met het manubrium) te palperen. Deze verhoging van het sternum
geeft aan waar de tweede rib is aangehecht en de ruimte er net onder is de tweede intercostale ruimte. Palpeer langs
de borst naar beneden tot u de vierde intercostale ruimte hebt gevonden.
V1 op de vierde intercostale ruimte aan de rechter rand van het sternum.
V2 op de vierde intercostale ruimte aan de linker rand van het sternum.
V3 in het midden tussen de elektroden V2 en V4.
V4 op de vijfde intercostale ruimte bij linker medioclaviculaire lijn.
V5 op de linker voorste aslijn, horizontaal met de V4-elektrode.
V6 op de linker middelste aslijn, horizontaal met de V4-elektrode.
RA op de rechter deltaspier, onderarm of pols.
LA op de linker deltaspier, onderarm of pols.
RL op de rechter dij of enkel.
LL op de linker dij of enkel.
3-2
DEEL 3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave