6.4
Aardgasinstelling controleren
( volumetrische methode)
> Tap bij een opgewarmde atmoSTOR VGH warm water om
de boilertemperatuur te verlagen.
> Neem het toestel in gebruik.
> Zet de temperatuurkeuzeknop op de stand "E"
(¬ afb. 6.2, pos. 5).
> Stel alle andere gastoestellen buiten bedrijf die via
dezelfde gasteller aangesloten zijn.
> Lees de doorstroming in l/min aan de gasteller af
(meting het best met een chronometer).
1e gasfamilie: aardgas van de groep 2 E+; af fabriek ingesteld voor W
warmtebe-
atmoSTOR
VGH 130/5 XZU
VGH 160/5 XZU
VGH 190/5 XZU
VGH 220/5 XZU
6.2 Gasfamilies
* De verstuivers zijn met de in deze tabellen vermelde waarden
gestempeld. De aanduiding komt overeen met de boringsdiame-
ter vermenigvuldigd met 100.
Bedienings- en installatiehandleiding atmoSTOR 0020148317_00
Nominale
Hoofdbranderverstuiver
lasting
[kW]
Aantal
7,0
3
8,0
3
9,0
3
9,0
3
> Vergelijk de afgelezen gasdoostromingshoeveelheid met
de gewenste waarden (¬ tab. 6.2).
Bij afwijkingen van minder dan 10 % zijn er geen maatre-
gelen vereist.
Als de afwijkingen groter dan 10 % zijn, controleer dan de
voorsmoorkleppen en de branderverstuiver (¬ tab. 6.2).
> Win het advies van de fabrieksklantendienst in als u bij
deze controle geen onregelmatigheid vaststelt en er na
samenspraak met de bevoegde gasmaatschappij geen
storing in de gasvoorziening is.
3
= 50,72 MJ/m
, H
s
Ontstekingsbran-
derverstuiver
Aanduiding*
Aanduiding*
138
25
145
25
155
25
155
25
Gasinstelling
3
= 34,02 MJ/m
i
Gasdoorstro-
Verstuiverdruk
ming
[l/min]
12,5
14,2
16,0
16,0
6
[hPa/mbar]
19,8
19,8
19,8
19,8
17