5.3.5
Montage van de stoomslang
Belangrijk! Gebruik uitsluitend de originele stoomslangen van Condair. Toepassing van andere
stoomslangen kan in bepaalde gevallen tot problemen leiden.
Richtlijnen voor aanleg van de stoomslang
Voor het aanleggen van de stoomslangen is de plaats van de stoomverdeelpijp bepalend:
– Stoomverdeelpijp is meer dan 300 mm hoger gemonteerd dan de bovenkant van de bevochtiger:
De stoomslang moet met een minimum afschot van 20%, tot een minimale hoogte (300 mm)
boven de bevochtiger worden geleid, en daarna met een stijging van minimaal 20% en/of een
minimale daling afschot van 5% in de richting van de stoomverdeelpijp lopen:
– De stoomverdeelpijp is minder dan 300 mm hoger gemonteerd dan de bovenkant van de
bevochtiger:
De stoomslang met een stijging van minimaal 20 % minstens 300 mm boven de bovenkant
van de stoomluchtbevochtiger en aansluitend met een afschot van minimaal 5 % naar beneden
naar de stoomverdeelpijp leiden.
– De lengte van de stoomslang moet zo kort mogelijk worden gehouden (max. 4 m) en er moeten
lange straalbochten van minimaal 300 mm worden toegepast. Belangrijk! Per meter stoomslang
moet met een drukverlies van 10 mm waterkolom (ca. 100 Pa) rekening worden gehouden.
Opgelet! Als in uw specifieke systeem de lengte van het stoomtraject de 4 meter overschrijdt
neem dan contact op met Condair BV. In ieder geval moeten stoomtrajecten langer dan 4
meter over de gehele lengte worden geïsoleerd.
– Verminderingen in de doorsnee (bijv. door knikken) zijn over de gehele leidinglengte niet toege-
staan. Het aanbrengen van een afsluiter (magneetklep) in de stoomleiding is niet toegestaan.
min. 5 %
min. 20 %
min. 5 %
min. 20 %
min. 20 %
min. 5 %
min. 20 %
min. 20%
35