Inhoudsopgave
Advertenties
Montage-instructies
Verbrandingsluchtopeningen
Keteltype [kW]
Oppervlak per opening
[cm
75
150 / 75
100
150 / 75
150
200
200
250
250
300
300
350
2 x 75
200
2 x 100
250
2 x 150
350
2 x 200
450
2 x 250
550
2 x 300
650
Tabel 4 Verbrandingsluchtopeningen bij bedrijf met een gesloten sys-
teem
4.4
Test- en inspectieopeningen
Rookgasafvoersystemen moeten eenvoudig en veilig kunnen worden ge-
controleerd op vrije doorlaat en eenvoudig te reinigen zijn. Hiervoor
moeten inspectieopeningen worden ingepland.
Neem bij het inrichten van de test- en inspectieopeningen de geldende
nationale en regionale voorschriften, verordeningen en richtlijnen in
acht.
Hiervoor adviseren wij overleg te plegen met de verantwoordelijke auto-
riteiten (BSM).
▶ Neem de geldende nationale en regionale voorschriften, technische
regels en richtlijnen in acht.
4.4.1
Opstelling van de inspectieopeningen
• Bij samen met de gashaard geteste rookgasafvoeren tot 4 m lengte is
één inspectieopening voldoende.
• De onderste inspectieopening van het verticale deel van de rookgas-
afvoerbuis mag als volgt worden opgesteld:
– in het verticale deel van de rookgasafvoer direct boven de aanslui-
ting met het rookgasverbindingsstuk of
– aan de zijkant in het rookgasverbindingsstuk ten hoogste op
0,3 m afstand van de bocht naar het verticale deel van het rook-
gasafvoersysteem of
– op de kopse kant van een recht verbindingsstuk ten hoogste op
1 m afstand van de bocht naar het verticale deel van de rookgas-
afvoer.
• Rookgasafvoersystemen, die niet vanuit de uitmonding kunnen wor-
den gereinigd, moeten een extra bovenste inspectieopening hebben
tot maximaal 5 m onder de uitmonding. Verticale delen van rookgas-
afvoerbuizen, die meer dan 30° schuin verlopen tussen de as en het
verticale deel hebben op een afstand van maximaal 0,3 m tot de knik-
punten een inspectieopening.
• Bij verticale delen kan de bovenste inspectieopening komen te ver-
vallen, wanneer:
– het verticale deel van het rookgasafvoersysteem ten hoogste een-
maal tot 30° schuin wordt geïnstalleerd (getrokken) en
– de onderste inspectieopening niet meer dan 15 m van de uitmon-
ding verwijderd ligt.
6
Aantal openingen [n]
2
]
1 / 2
1 / 2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
4.5
Montage van de rookgasaccessoires
Buizen inkorten
VOORZICHTIG
Gevaar voor lichamelijk letsel door scherpe randen en bramen!
▶ Draag werkhandschoenen.
▶ Bij concentrische buizen de binnenste buis uit de buitenbuis trekken.
▶ Buis op de benodigde lengte x haaks inkorten. Bij concentrische bui-
zen rookgas- en aanvoerluchtbuis op gelijke lengte inkorten.
Afb. 1
Buizen inkorten
▶ Snijranden zorgvuldig ontbramen.
Wij adviseren, de snijranden met een standaard lakstift te lakken.
▶ Rookgas- en aanvoerluchtbuis weer samensteken.
Buisverbinding uitvoeren
Buizen in principe zodanig samensteken, dat de mof in de richting van de
rookgasstroom wijst.
▶ Alleen originele rookgasafvoerbuispakkingen van de fabrikant ge-
bruiken.
▶ Gebruik het door de fabrikant van de rookgasaccessoires voorge-
schreven glijmiddel voor de pakkingen [1] op de moffen.
▶ Smeer de pakkingen op de rookgasaansluiting van het cv-toestel dun
in met glijmiddel CENTROCERIN® (leveringsomvang van de aansluit-
stukken/-bochten).
▶ Rookgasafvoerbuizen [2] met lichte draaibeweging tot aan de aan-
slag in elkaar schuiven.
Bij concentrische buizen: aanvoerluchtbuis [3] naschuiven. Let erop
dat de pakkingen niet verschuiven.
Afb. 2
Buisverbinding uitvoeren
[1]
Pakkingen
[2]
Rookgasafvoerbuizen (binnenste buizen)
[3]
Aanvoerluchtbuizen (buitenbuizen)
[4]
Richting van de uitlaatgasstroom
▶ Isoleer de luchttoevoerbuis in vochtige ruimten.
▶ Bevestig het rookgasafvoersysteem bij horizontale/verticale installa-
tie en in een schacht voldoende met passend materiaal. Volg de aan-
wijzingen van de fabrikant.
Condens 7000 F – 6720859491 (2022/10)
0010008125-001
1 2
4
3
0010008126-002
Advertenties
Inhoudsopgave
