Nordson Encore LT Handleiding pagina 4
Verberg thumbnails
Zie ook voor Encore LT:
- Gebruikershandleiding (86 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (96 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (68 pagina's)
Advertenties
Opsporen van storingen
Zie de handleiding bij uw systeem voor meer storingzoekprocedures, weerstandstests en testen van
doorgeleiding.
Probleem
1.
Pistool verspuit geen
poeder,
trigger-LED knippert
2.
Poeder wordt niet geladen,
de kV/mA weergave knippert
3.
Ongelijkmatig patroon,
instabiele of onvoldoende
poederflow
4.
Lege plekken in
poederspuitpatroon
5.
Weinig poederflow of
schokkerige poederflow
6.
Verminderde dekking, slecht
overdrachtsrendement
7.
Poederafzettingen op
elektrode
8.
Pistool levert geen
hoogspanning
9.
Geen kV en poederafgifte
vanuit pistool of geen
spoellucht
Originele copyrightdatum 2011. Encore, Nordson en het Nordson logo zijn geregistreerde handelsmerken van de Nordson Corporation.
Mogelijke oorzaak
Pistool getriggerd met besturing nog in
opstartfase of in wekfase, of
kortsluiting in triggerschakelaar of
kabel
Pistool is kortgesloten
Verstopping in het pistool, de
poedertoevoerslang of de pomp
Defecte deflector, spuitmond of
elektrode-eenheid
Druk persluchtpomp te laag
Lage fluïdisatieluchtdruk
Poeder is vochtig
Versleten spuitmond of deflector
Verstopping in elektrode-eenheid of in
poedertraject in pistool
Druk persluchttoevoer te laag
Pomppijpstuk versleten
Poederaanzuigbuis is verstopt
Fluïdisatielucht is niet correct ingesteld
Poederslang verstopt, geknikt of
binnendiameter te klein voor deze
lengte
Regelaar op besturingverdeelstuk
verstopt of defect
Lage elektrostatische spanning
Slechte elektrodeaansluiting
Slechte aarding van werkstukken
Onvoldoende lucht voor luchtspoeling
Beschadiging in pistoolkabel of in
elektrische pistoolvoeding
Defecte triggerschakelaar of defecte
kabel
Uitgegeven 10/11
- Vertaling van het origineel -
4
Actie
Laat de trigger los. Druk op de toets
In-/uitschakelen om de besturing in de
slaapstand te zetten; druk dan de toets
nogmaals in om de besturing weer te
wekken.
Controleer de kabel en de
triggerschakelaar.
Controleer de pistoolkabel en de
stroomtoevoer. Zie de handleiding bij uw
systeem.
Spoel het pistool. Controleer de
poedertoevoerslang en de pomp.
Verwijder, reinig en vervang naargelang
vereist.
Verhoog de instelwaarden voor
pomplucht.
Verhoog de luchtdruk.
Controleer de voedingsspanning.
Verwijderen en zo nodig vervangen.
Verwijderen en reinigen.
De toevoerdruk moet hoger zijn dan 4,1
bar (60 psi).
Controleren en zo nodig vervangen.
Controleren en zo nodig reinigen.
Controleren en instellen.
Controleer de slang. Gebruik bij een
lengte van meer dan ca. 5 meter (20 ft)
een slang met een binnendiameter van
ca. 1,25 cm (0,5 inch).
Verwijder de slang bij de besturing en
controleer de luchtflow. Vervang de
regelaar als dat nodig is.
Verhoog de spanningswaarde.
Verwijderen en reinigen. Controleer de
elektrode en de elektrische
pistoolvoeding.
Controleer de massaverbindingen van
werkstukken. De weerstand naar massa
moet minder zijn dan 1 m.
Haal de connector voor luchtspoeling los
van het achterpaneel. Controleer de
opening op verstopping en reinig
eventueel.
Controleer de kabel en de stroomtoevoer.
Controleer de trigger-LED. Controleer
triggerschakelaar en kabel.
Advertenties
