11 Verhelpen van storingen
10.12 Gas-luchteenheid inbouwen
1.
Bouw de brander in.
2.
Monteer twee nieuwe branderafdichtingen in de bran-
derkap.
3.
Bouw de gas-luchteenheid in.
4.
Draai de schroeven op de gas-luchtmodule aan.
–
Idealerwijs met 7 Nm, als een momentsleutel ter
beschikking staat.
5.
Bouw de verbrandingsgasbuis in.
6.
Bouw de luchtaanzuigbuis in.
10.13 Product leegmaken
1.
Sluit de onderhoudskranen van het product.
2.
Start het testprogramma P.05 (→ Pagina 21).
Testprogramma's – overzicht (→ Pagina 33)
3.
Open de aftapkraan.
4.
Zorg ervoor dat de ontluchterkap op de interne pomp
geopend is, zodat het product volledig geledigd wordt.
10.14 Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
afsluiten
1.
Controleer de gasaansluitdruk (gasstroomdruk).
(→ Pagina 24)
2.
Controleer het CO₂-gehalte. (→ Pagina 27)
11 Verhelpen van storingen
11.1
Fouten verhelpen
▶
Als er foutcodes (F.XX) aanwezig zijn, raadpleeg dan de
tabel in de bijlage of gebruik het/de testprogramma('s).
Overzicht foutcodes (→ Pagina 38)
Testprogramma's – overzicht (→ Pagina 33)
Als er meerdere storingen tegelijk optreden, worden de fout-
codes afwisselend op het display weergegeven.
▶
Houd de toets
langer dan 3 seconden ingedrukt.
▶
Als u de foutcode niet kunt verhelpen en deze ook na
ontstoringspogingen opnieuw optreedt, neem dan contact
op met de klantenservice.
11.2
Foutgeheugen oproepen
De 10 laatste storingscodes zijn in het storingsgeheugen
opgeslagen.
▶
Houd de toets
langer dan 7 seconden ingedrukt.
Overzicht foutcodes (→ Pagina 38)
▶
Druk op de toets
om dit menu te verlaten.
30
11.3
Foutgeheugen wissen
1.
Wis het foutgeheugen met de diagnosecode d.94.
2.
Stel de diagnosecode in. (→ Pagina 20)
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 34)
11.4
Parameters naar fabrieksinstellingen
resetten
1.
Zet alle parameters met de diagnosecode d.96 naar de
fabrieksinstelling terug.
2.
Stel de diagnosecode in. (→ Pagina 20)
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 34)
11.5
Reparatie voorbereiden
1.
Schakel het product uit.
2.
Koppel het product los van de elektrische installatie.
3.
Demonteer de voormantel.
4.
Sluit de gaskraan.
5.
Sluit de onderhoudskranen in de CV-aanvoer en CV-
retour.
6.
Sluit de onderhoudskraan in de koudwaterleiding.
7.
Als u watervoerende componenten van het product wilt
vervangen, dan dient u het product leeg te maken.
8.
Zorg ervoor dat er geen water op stroomvoerende on-
derdelen (bijv. de elektronicabox) druppelt.
9.
Gebruik alleen nieuwe pakkingen en O-ringen. Gebruik
geen bijkomende afdichtmiddelen.
11.6
Defecte componenten vervangen
11.6.1 Brander vervangen
1.
Demonteer de gas-luchteenheid. (→ Pagina 28)
2.
Verwijder beide branderafdichtingen.
3.
Verwijder de brander.
4.
Plaats de nieuwe brander.
5.
Plaats twee nieuwe branderafdichtingen in de brander-
kap.
6.
Bouw de gas-luchteenheid in. (→ Pagina 30)
11.6.2 Gas-luchteenheid vervangen
1.
Demonteer de gas-luchteenheid. (→ Pagina 28)
2.
Bouw de nieuwe gas-luchteenheid (→ Pagina 30) in.
11.6.3 Warmtewisselaar vervangen
1.
Demonteer de frontmantel. (→ Pagina 11)
2.
Demonteer de gas-luchteenheid. (→ Pagina 28)
Installatie- en onderhoudshandleiding THERMOMASTER 0020177780_06