5 Installatie
Het gezamenlijke verbrandingsluchttoevoer-/verbrandings-
gasafvoersysteem moet de volgende eigenschappen heb-
ben:
–
De windbeveiligingsvoorziening van de verbrandings-
lucht-/verbrandingsgasbuis moet zo geconfigureerd zijn,
dat bij wind een onderdruk in de verbrandingsgasleiding
opgewekt wordt.
–
Drukverschil tussen verbrandingsgasafvoer en luchttoe-
voer bij de ingang in het verticale deel van het verbran-
dingsluchttoevoer-/verbrandingsgasafvoersysteem:
max. +25 Pa
–
Minimaal toegestaan drukverschil tussen verbrandings-
gasafvoer en luchttoevoer bij de ingang in het verticale
deel van het verbrandingsluchttoevoer-/verbrandingsgas-
afvoersysteem:
min. −200 Pa
–
Het verticale deel van de verbrandingsgasafvoer moet
minimaal overeenkomen met de classificatie EN 1443 –
T 120 P1 W 1.
–
De verbrandingslucht-/verbrandingsgasbuis moet met ge-
bruik van een berekening volgens EN 13384-2 gepland
zijn.
–
Verticale afstand tussen twee verbrandingsgasaansluitin-
gen:
min. 2,5 m
–
Om uitdrogen van de condenswatersifon te voorkomen,
moet het condenswater uit het verticale deel, dat boven
de warmteopwekker ligt, evenredig (min. 10%) door de
warmteopwekker afgeleid worden.
–
Via windinwerking mag maximaal 10% van het verbran-
dingsgas in het luchtkanaal recirculeren.
–
De verbrandingslucht-/verbrandingsgasbuis mag geen
overstroomopening hebben.
5.4.5
Meervoudig bezet
verbrandingsluchttoevoer-
/verbrandingsgasafvoersysteem
Geldigheid: THERMOMASTER C-XV 25 -A (L-NL)
OF THERMOMASTER C-XV 30 -A (L-NL)
Het product is geschikt voor de meeste meervoudig bezette
verbrandingsluchttoevoer-/verbrandingsgasafvoersystemen
en de varianten ervan.
Bij het vastleggen van de diameter voor de verbrandingsgas-
afvoer moet u verschil maken tussen de volgende varianten:
–
Verbrandingslucht-/verbrandingsgasbuis van alumi-
nium/RVS
–
Verbrandingslucht-/verbrandingsgasbuis van kunststof
Bij aansluiting op een gezamenlijke lucht-verbrandingsgas-
leiding onder overdruk-omstandigheden moet u d.50 op
2500 zetten.
18
1
1
concentrisch
2
gescheiden
5.4.5.1 Verbrandingsluchttoevoer-
/verbrandingsgasafvoersystemen van
aluminium/RVS
5.4.5.1.1 Verbrandingsluchttoevoer-
/verbrandingsgasafvoersystemen voor
onderdrukbedrijf
Bij onderdruk-verbrandingsluchttoevoer-/verbrandingsgasaf-
voersystemen moet u de Gastec-normen QA 138 en QA 163
in acht nemen.
5.4.5.1.2 Verbrandingsluchttoevoer-
/verbrandingsgasafvoersystemen voor
overdrukbedrijf
De AWB overdruk-verbrandingsluchttoevoer-/verbrandings-
gasafvoersysteem is een toestelgebonden afvoersysteem,
dat eveneens aan de Gastec-normen QA138 en QA163
moet voldoen.
Uitzondering van QA138 bij concentrische en gescheiden
overdruk-verbrandingsluchttoevoer-/verbrandingsgasafvoer-
systemen:
–
Drukcompensatie-openingen moeten dicht zijn
–
45°-keerplaten in de gezamenlijke verbrandingsgasaf-
voer voor de effectieve verticale geprefereerde uitlijning
niet gebruiken
–
Dichtheid moet per mm diameter van de verbrandings-
gasafvoer onder 30 cm
Installatie- en onderhoudshandleiding THERMOMASTER 0020177780_06
2
3
3
½ VLT/VGA-systeem
3
/h liggen