5.1.1
Aanwijzingen en informatie bij de B23P
installatie
Buislengtes B23P installatie (→ Pagina 33)
De VGA moet minstens aan de classificatie T 120 P1 W 1
volgens EN 1443 voldoen.
De maximale buislengte (alleen rechte buis) komt overeen
met de maximaal toegestane verbrandingsgasbuislengte
zonder bochten. Als bochten gebruikt worden, dan moet de
maximale buislengte conform de dynamische stromings-
eigenschappen van de bochtstukken verminderd worden.
Bochtstukken mogen niet direct op elkaar volgen omdat het
drukverlies op deze manier enorm verhoogd wordt.
De verbrandingsgasuitlaat moet verticaal via het dak in de
vrije windstroom uitminden. Vooral als de verbrandingsgas-
afvoerbuis in koude ruimtes of buiten het gebouw geïnstal-
leerd wordt, kan het vriespunt aan het oppervlak van de bin-
nenkant van de buis bereikt worden. Door aantoonbare di-
mensionering volgens EN 13384-1 bij een minimale belas-
ting van de CV-ketel bij een verbrandingsgastemperatuur
van 40°C moet dit probleem vermeden worden. Het product
mag niet aan een cascaderookgassysteem aangesloten wor-
den dat door andere toestellen gebruikt wordt. Condens uit
de verbrandingsgasleiding mag via het apparaat worden af-
gevoerd. Bevestig het buissysteem zodanig dat een schei-
ding van de verbindingspunten veilig wordt verhinderd.
▶
Neem de geldende nationale en plaatselijke voorschriften
voor VGA's in acht, vooral bij installaties in woonruimtes.
Informeer de gebruiker over de juiste bediening van het
product.
De aan te sluiten verbrandingsgasbuis moet een diameter
van 80 mm +-0,5 mm hebben.
5.1.2
Aanwijzingen en informatie bij de C63
installatie
Het product mag niet aan een cascadeverbrandingsgassys-
teem of een gemeenschappelijk VLT/VGA-systeem worden
aangesloten dat door andere apparaten wordt gebruikt.
▶
Neem de geldende nationale en plaatselijke voorschriften
voor VGA's in acht, vooral bij installaties in woonruimtes.
Informeer de gebruiker over de juiste bediening van het
product.
–
De VGA moet minstens aan de classificatie EN 1443 – T
120 P1 W 1 voldoen.
–
U moet het VLT/VGA-systeem met een berekening con-
form EN 13384-2 plannen.
–
Bochtstukken mogen niet direct op elkaar volgen omdat
het drukverlies op deze manier enorm verhoogd wordt.
–
De windbeveiligingsvoorziening van het VLT/VGA-sys-
teem moet zo geconfigureerd zijn, dat bij wind een onder-
druk in de verbrandingsgasleiding opgewekt wordt.
–
Onderschrijd aan de toestelaansluiting niet het kleinste
drukverschil van -200 Pa, inclusief windinvloed.
–
Overschrijd aan de toestelaansluiting niet het grootste
drukverschil conform tabel Bepaling van het drukverlies
(→ Pagina 14), inclusief windinvloed.
–
De maximale verbrandingsluchttemperatuur aan de toe-
stelaansluiting mag niet meer dan 40 °C bedragen.
–
Via windinwerking mag maximaal 10% van het verbran-
dingsgas in de luchtaanzuiging recirculeren.
–
Condens uit de verbrandingsgasleiding mag via het ap-
paraat worden afgevoerd.
0020177780_06 THERMOMASTER Installatie- en onderhoudshandleiding
–
Bevestig het buissysteem zodanig dat een scheiding van
de verbindingspunten veilig wordt verhinderd.
Een aan te sluiten concentrisch VLT/VGA-systeem moet de
volgende afmetingen hebben:
DA
DL
60 ±
100 ±
60/100
0,5 mm
0,5 mm
80 ±
125 ±
80/125
0,5 mm
0,5 mm
5.2
Gas- en waterleidingen aansluiten
1
2
1
CV-aanvoeraansluiting
2
Warmwateraansluiting
3
Gasaansluiting
1.
Voer de water- en gasaansluitingen volgens de gel-
dende normen uit.
2.
Ontlucht de gasleiding voor de ingebruikname.
3.
Controleer, of de aansluitingen dicht zijn. (→ Pagina 24)
Installatie 5
L
1
L
2
D
D
A
L
L1
L2
min.
15 mm
35 mm
min.
30 mm
35 mm
3
4
5
4
Koudwateraansluiting
5
CV-retouraansluiting
13