NL
VOOR HET OPLAADAPPARAAT
• Wanneer het oplaadapparaat in de buurt van radio-ontvangers
wordt gebruikt, kan de ontvangst worden verstoord. Houd tus-
sen de apparaten een afstand van minimaal 1 m aan.
• Wanneer het oplaadapparaat wordt gebruikt, kan dit geluid ver-
oorzaken ('zoemen'); dit is normaal en geen storing.
• Trek de netstekker van het oplaadapparaat eruit als dit niet
wordt gebruikt, omdat het ook zonder batterij (zeer weinig)
stroom verbruikt.
• Houd de contacten van het oplaadapparaat altijd schoon en
maak nooit kortsluiting.
• De meegeleverde autolaadkabel
– mag alleen in 12 V-stroomcircuits worden gebruikt,
– mag in geen geval worden aangesloten als de lader met het net
is verbonden.
204
VOOR GEHEUGENKAARTEN
• Zolang een opname wordt opgeslagen of de geheugenkaart
wordt uitgelezen, mag deze niet worden verwijderd, cameramag
niet worden uitgeschakeld en niet aan trillingen worden blootge-
steld.
• Geheugenkaarten moeten veiligheidshalve uitsluitend in het
meegeleverde antistatische foedraal worden bewaard.
• Bewaar geheugenkaarten niet op een plaats waar ze aan hoge
temperaturen, direct zonlicht, magneetvelden of statische ontla-
ding worden blootgesteld.
• Laat de geheugenkaart niet vallen en buig deze niet, omdat deze
anders beschadigd kan worden en de opgeslagen gegevens
verloren kunnen gaan.
• Verwijder altijd de geheugenkaart als u de camera langere tijd
niet gebruikt.
• Raak de aansluitingen aan de achterzijde van de geheugenkaart
niet aan en houd ze vrij van vuil, stof en vocht.
• Het is raadzaam de geheugenkaart af en toe te formatteren,
omdat voor de fragmentering bij het wissen enige geheugenca-
paciteit nodig kan zijn.