Aanwijzingen:
• Bij lange belichtingstijden kan zeer sterke beeldruis ontstaan.
• Na opnamen met langere sluitertijden (vanaf circa
lijk van andere menu-instellingen), vindt ter verkleining van dit
storende verschijnsel een gegevensverwerkingsronde plaats, die
evenveel tijd krijgt als de belichting. Bij langdurige belichtingen
moet rekening worden gehouden met deze verdubbeling van de
'belichtings'-tijd. De camera mag intussen niet worden uitge-
schakeld.
Dienovereenkomstig zal in zulke gevallen als aanwijzing de mel-
ding
op het LCD-scherm verschijnen.
Noise Reduction 12s
Noise Reduction 12s
1
De tijdindicatie is maar een voorbeeld.
1
Over- en onderschrijden van het meetbereik
Als bij handmatige instelling en zeer weinig licht het meetbereik
⁄
s, afhanke-
1
van de belichtingsmeter niet wordt gehaald, knippert als waarschu-
30
wing in de zoeker de linker driehoekige LED ( ) en bij te veel licht
de rechter ( ). Bij tijdautomaat wordt verder de sluitertijd weerge-
geven. Wanneer de benodigde sluitertijd langer blijkt dan de lang-
ste mogelijke tijd, respectievelijk korter wordt dan de kortste moge-
lijke tijd, zullen ook deze indicaties gaan knipperen. Omdat de
belichtingsmeting met het ingestelde diafragma plaatsvindt, kan
deze situatie ook door diafragmeren van het objectief ontstaan.
NL
175