8 Aanpassing aan de CV-installatie
8
Aanpassing aan de CV-installatie
8.1
Diagnosecodes oproepen
Met behulp van de parameters die in het overzicht Diagnose-
codes als instelbaar gemarkeerd zijn, kunt u het product aan
de CV-installatie en de wensen van de klant aanpassen.
Diagnosecodes - overzicht (→ Pagina 33)
▶
Druk tegelijkertijd op
◁
Op het display verschijnt d. 0 (CV-deellast).
▶
Druk op
.
◁
Op het display verschijnt de bijbehorende diagnose-
informatie.
▶
Indien nodig, wijzig de waarde met
knippert).
▶
Sla de nieuw ingestelde waarde op door
den ingedrukt te houden tot de weergave niet meer knip-
pert.
26
en
onder het display.
of
(weergave
ca. 5 secon-
▶
Beëindig de diagnosemodus door tegelijkertijd op
te drukken of 4 minuten geen toets in te drukken.
◁
Op het display verschijnt de actuele CV-aanvoertem-
peratuur.
Aanwijzing
Als u het installateurniveau (tweede diagno-
seniveau) activeert, zijn alle diagnosepunten
zichtbaar en toegankelijk.
8.2
Installateurniveau (tweede diagnoseniveau)
oproepen
▶
Blader in het eerste diagnoseniveau naar d.97.
▶
Wijzig de weergegeven waarde naar 17 (wachtwoord).
▶
Sla de instelling op.
8.3
CV-deellast instellen
De CV-deellast van het product is in de fabriek op 46 kW
ingesteld. Onder het diagnosepunt d. 0 kunt u een waarde
instellen die overeenkomt met het productvermogen in kW.
8.4
Pompnalooptijd en pompmodus instellen
Onder D.1 kunt u de pompnalooptijd instellen (fabrieksinstel-
ling 5 min.).
Onder d.18 kunt nu een ander naloopgedrag van de pomp
instellen.
Nalopend: Na beëindiging van de verwarmingsaanvraag
loopt de pomp met de onder d. 1 ingestelde tijd na.
Doorlopend: De pomp wordt ingeschakeld, als de draai-
knop voor de instelling van de CV-aanvoertemperatuur niet
in linksaanslag staat en de warmtevraag via een externe
thermostaat vrijgeschakeld is.
Intermitterend: Deze pompmodus is zinvol, om bij zeer ge-
ringe warmtevraag en grote temperatuursverschillen tussen
gewenste waarde boilerlading en gewenste waarde CV-func-
tie de restwarmte naar een boilerlading af te voeren. Een
ondervoorziening van de woonruimtes wordt daardoor voor-
komen. Bij warmtevraag wordt de pomp na verstrijken van
de nalooptijd elke 25 minuten gedurende 5 minuten inge-
schakeld
Installatie- en onderhoudshandleiding THEMA Condens 0020124551_02
en