7 Ingebruikname
Weer-
Betekenis
gave
P. 1
Testprogramma maximale last:
Het product loopt na succesvolle ontsteking met
maximale warmtebelasting.
P. 2
Controleprogramma minimale last:
Het product loopt na succesvolle ontsteking met
minimale warmtebelasting.
P. 5
Testprogramma VTB (veiligheidstemperatuurbegren-
zer):
De brander wordt met maximaal vermogen in- en de
temperatuurregeling wordt uitgeschakeld, zodat het
product door het ontwijken van een regeluitschake-
ling tot het bereiken van de uitschakeltemperatuur
van de veiligheidstemperatuurbegrenzer van 97 °C
verwarmt.
P. 6
Testprogramma DWK (driewegklep)-middenstand:
(niet actief)
U start de testprogramma's P.0 tot P.6, door:
–
de hoofdschakelaar in te schakelen en tegelijkertijd
gedurende 5 seconden ingedrukt te houden of
–
en
tegelijkertijd in te drukken, vervolgens
laten en
5 seconden ingedrukt te houden
Op het display verschijnt de weergave P. 0.
▶
Druk op
, om een testprogrammanummer omhoog te
gaan.
▶
Druk op
, om het testprogramma te starten.
▶
Druk tegelijkertijd op
te beëindigen. De testprogramma's worden ook beëin-
digd, als u 15 minuten lang geen toets bedient.
7.3
Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren
Opgelet!
Kans op materiële schade door minder-
waardige verwarmingswater
▶
Zorg voor verwarmingswater van vol-
doende kwaliteit.
▶
Voor u de installatie vult of bijvult, dient u de kwaliteit van
het verwarmingswater te controleren.
Kwaliteit van het verwarmingswater controleren
▶
Neem een beetje water uit het CV-circuit.
▶
Controleer het uitzicht van het verwarmingswater.
▶
Als u sedimenterende stoffen vaststelt, dan moet u de
installatie spuien.
▶
Controleer met een magneetstaaf of er magnetiet (ijzer-
oxide) voorhanden is.
▶
Als u magnetiet vaststelt, reinig de installatie dan en
neem de nodige maatregelen voor de corrosiebescher-
ming. Of bouw een magneetfilter in.
▶
Controleer de pH-waarde van het afgetapte water bij
25 °C.
▶
Bij waarden onder 8,2 of boven 10,0 reinigt u de installa-
tie en conditioneert u het verwarmingswater.
22
los te
en
, om de testprogramma's
▶
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het verwarmingswater
kan dringen. (→ Pagina 25)
Vul- en bijvulwater controleren
▶
Meet de hardheid van het vul- en bijvulwater voor u de
installatie vult.
Vul- en bijvulwater conditioneren
▶
Neem voor de conditionering van het vul- en bijvulwater
de geldende nationale voorschriften en technische regels
in acht.
Voor zover nationale voorschriften en technische regelingen
geen hogere eisen stellen, geldt het volgende:
U moet het CV-water conditioneren,
–
als de volledige vul- en bijvulwaterhoeveelheid tijdens de
gebruiksduur van de installatie het drievoudige van het
nominale volume van de CV-installatie overschrijdt of
–
wanneer de in de volgende tabel genoemde richtwaarden
niet worden aangehouden of
–
als de pH-waarde van het verwarmingswater onder 8,2 of
boven 10,0 ligt.
Totaal
Waterhardheid bij specifiek installatievolume
verwar-
mings-
vermo-
≤ 20 l/kW
gen
kW
°dH
mol/m³
< 50
< 16,8
< 3
> 50 tot
11,2
2
≤ 200
> 200 tot
8,4
1,5
≤ 600
> 600
0,11
0,02
1) Liter nominale inhoud/verwarmingsvermogen; bij meerketelin-
stallaties moet het kleinste individuele vermogen ingezet worden.
Opgelet!
Kans op materiële schade door verrij-
king van het verwarmingswater met on-
geschikte additieven!
Ongeschikte additieven kunnen veranderin-
gen aan componenten, geluiden in de CV-
functie en evt. verdere gevolgschade veroor-
zaken.
▶
Gebruik geen ongeschikte antivries- en
corrosiewerende middelen, biociden en
afdichtmiddelen.
Bij ondeskundig gebruik van de volgende additieven werden
met onze producten tot nu toe geen onverdraagzaamheden
vastgesteld.
▶
Neem bij het gebruik absoluut de aanwijzingen van de
fabrikant van het additief in acht.
Voor de verdraagzaamheid van additieven in het overige
CV-systeem en voor de werkzaamheid ervan aanvaarden
we geen aansprakelijkheid.
Installatie- en onderhoudshandleiding THEMA Condens 0020124551_02
> 20 l/kW
> 50 l/kW
≤ 50 l/kW
°dH
mol/m³
°dH
mol/m³
11,2
2
0,11
0,02
8,4
1,5
0,11
0,02
0,11
0,02
0,11
0,02
0,11
0,02
0,11
0,02
1)