7 Ingebruikname
18. Als zich na het beëindigen van het testprogramma P.0
nog teveel lucht in de CV-installatie bevindt, start het
testprogramma dan opnieuw.
19. Controleer alle aansluitingen op dichtheid.
7.7
Sifonbeker vullen
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door lekkende rook-
gassen!
Door een lege of niet voldoende gevulde si-
fonbeker kunnen rookgassen in de ruimte-
lucht ontsnappen.
▶
Vul voor de ingebruikname van het pro-
duct de sifonbeker met water.
1
1.
Monteer de sifonpatroon (1) conform de montagehand-
leiding.
2.
Vul de condenswatersifon conform de beschrijving.
7.8
Gasinstelling
7.8.1
Instelling af fabriek controleren
Opgelet!
Functiestoringen of verkorting van de
levensduur van het product door verkeerd
ingestelde gasgroep!
Als de productuitvoering niet met de plaat-
selijk voorhanden gasgroep overeenkomt,
zullen er storingen optreden of u zult voor-
tijdig componenten van het product moeten
vervangen.
▶
Voor u het product in gebruik neemt, dient
u de informatie over de gasgroep op het
typeplaatje met de gasgroep te vergelij-
ken die op de opstellingsplaats te beschik-
king staat.
De verbranding van het product werd af fabriek gecontro-
leerd en voor het gebruik met de gasgroep, die op het type-
plaatje vastgelegd is, vooraf ingesteld. In sommige gebieden
kan een aanpassing ter plaatse nodig zijn.
24
Aanwijzing
Aanwijzing: Als u het product met aardgas G25
gebruikt, dan hebt u ca. 18% onderbelasting en
een verhoogd luchtgetal!
Voorwaarden: De uitvoering van het product komt niet met de plaatse-
lijke gasgroep overeen
▶
Neem het product niet in gebruik.
Voorwaarden: De uitvoering van het product komt overeen met de plaat-
selijke gasgroep
▶
Ga te werk zoals hierna beschreven.
7.8.2
Gasstroomdruk controleren
1.
Sluit de gasafsluitkraan.
1
2
2.
Draai de met in gekenmerkte meetnippelschroef (1) op
het gasblok los.
3.
Sluit een digitale manometer of U-manometer (2) aan.
4.
Open de gasafsluitkraan.
5.
Neem het product met het testprogramma P.1 in ge-
bruik.
6.
Meet de gasstroomdruk ten opzichte van de atmosfeer-
druk.
–
Toegestane gasstroomdruk bij gebruik met aard-
gas G20: 1,7 ... 2,5 kPa (17,0 ... 25,0 mbar)
–
Toegestane gasstroomdruk bij gebruik met aard-
gas G25: 1,7 ... 3,0 kPa (17,0 ... 30,0 mbar)
7.
Stel het product buiten bedrijf.
8.
Sluit de gasafsluitkraan.
9.
Verwijder de manometer.
10. Draai de schroef van de meetnippel (1) vast.
11. Open de gasafsluitkraan.
12. Controleer de meetnippel op gasdichtheid.
Voorwaarden: Gasstroomdruk niet in het toegestane bereik
Opgelet!
Kans op materiële schade en bedrijfssto-
ringen door verkeerde gasstroomdruk!
Als de gasstroomdruk buiten het toegestane
bereik ligt, dan kan dit tot storingen in de
werking en tot schade aan het product lei-
den.
Installatie- en onderhoudshandleiding THEMA Condens 0020124551_02