7
Verwarmingsketel inspecteren en onderhouden
B Reinig de rookgaskeerplaten met de reinigingsbor-
stels.
B Plaats de rookgaskeerplaten in de rookgaskanalen
(
afb. 30, pagina 22 en afb. 31 en afb. 32,
pagina 23).
B Sluit het reinigingsdeksel en de branderdeur. Draai de
schroeven gelijkmatig aan. Hang de voorste zijwanden
terug. Plaats de afsluitstop eventueel terug.
B Klap de isolatie van het achterste element naar bene-
den en span ze onder de rookgassteun samen met de
spanveren.
B Monteer de onderste ketelwand weer.
7.3.2
Natte reiniging (chemische reiniging)
Gebruik voor de chemische reiniging een reinigingsmid-
del dat is aangepast aan de graad van vervuiling (korstvor-
ming of roetvorming).
Ga in dezelfde volgorde tewerk als voor de reiniging met
de borstel (
hoofdstuk 7.3.1, blz. 39).
Respecteer het bedieningsvoorschrift van
het reinigingsmiddel en het reinigingstoestel!
In bepaalde omstandigheden moet er afge-
weken worden van de hierboven beschreven
werkwijze.
B Dek het regeltoestel af met folie, zodat er geen sproei-
nevel in het regeltoestel kan binnendringen.
B Spuit de rookgaskanalen gelijkmatig in met het reini-
gingsmiddel.
B Branderdeur sluiten en verwarmingsinstallatie in bedrijf
nemen.
B Verwarm de verwarmingsketel tot een keteltempera-
tuur van ten minste 70 °C.
B Neem het verwarmingstoestel uit bedrijf.
B Laat de verwarmingsketel afkoelen, branderdeur ope-
nen.
B Rookgaskanalen doorborstelen.
42
7.4
Over het algemeen wordt er een onderscheid gemaakt
tussen open en gesloten verwarmingsinstallaties. In de
praktijk worden er nog maar zelden open verwarmingsin-
stallaties geplaatst.
Logano GE615 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Bedrijfsdruk controleren
Gegevens betreffende de kwaliteit van het
verwarmingswater (
zie bedrijfsboek).
OPMERKING: Installatieschade door vaak
bijvullen!
Wanneer u de installatie veelvuldig moet bij-
vullen met bijvulwater, kan de installatie, al
naargelang de waterkwaliteit, door corrosie
of ketelsteenvorming beschadigd worden.
B Zorg ervoor, dat de verwarmingsinstallatie
ontlucht is.
B De verwarmingsinstallatie op lekdichtheid
en het expansievat op goede werking con-
troleren.
B Let op de specificaties voor de waterkwa-
liteit.
OPMERKING: Schade aan de installatie
door temperatuurspanningen!
Wanneer u de verwarmingsinstallatie in war-
me toestand vult, kunnen temperatuurspan-
ningen spanningsscheurtjes veroorzaken. De
ketel gaat lekken.
B Vul de verwarmingsinstallatie enkel in
koude toestand (de aanvoertemperatuur
mag maximum 40 °C bedragen).
B Verwarmingsinstallatie tijdens bedrijf
uitsluitend via de vulkraan in het leiding-
systeem (retour) van de verwarmingsin-
stallatie vullen.