4
Montage
Afb. 16 Ketelpersgereedschap 2.3
1
Schroefverbinding van de trekstangen (losgemaakt)
2
Schroefverbinding van de trekstangen (correct
gepositioneerd)
Op de afb. 17 wordt het middenelement met de aanvoer-
aansluiting getoond. De nippels voor de montage van het
volgende middenelement worden in de betreffende naven
geplaatst. In de afdichtingsgroef werd er al een afdich-
tingssnoer geplaatst. Net als bij het achterste element
(
afb. 12, pagina 14), is ook hier het elastische afdich-
tingssnoer onderbroken. Om de montage te vergemakke-
lijken wordt het ketelelement met spieën voor de voetjes
gepositioneerd. De spieën voor de voetjes van het ketele-
lement kunnen eveneens gebruikt worden om later het af-
gewerkte ketelblok definitief te positioneren.
Afb. 17 Spieën voor de voetjes van het ketelement
gebruiken
1
Afdichtingssnoer (onderbroken)
2
Spie voor de voetjes van het ketelement
Alle andere ketelelementen worden gemonteerd zoals
hierboven beschreven. Ten slotte wordt het voorste ele-
ment gemonteerd
16
B Plaats de ankerstangen met de aangebrachte veerpak-
ketten links en rechts, bovenaan en onderaan naast de
naven van de ketel in de gietijzeren nok.
B Draai elke moer handmatig op de draad van de anker-
stangen.
B Draai de moeren op de ankerstangen 1 tot 1½ slagen
aan.
B Positioneer de ketel zowel in horizontale als in verticale
positie op het fundament of op de geluiddempende
sokkel (
voor gebruik van de geleverde spieën voor de voetjes
van het ketelelement (
B Verwijder de keteltrekstangen.
Afb. 18 Ankerstangen gebruiken
1
Ankerstangen (onder)
2
Ankerstangen (boven)
3
Ankerstang met veerpakket
In de volgende fase van de montage moet u de injectie-
buis inbouwen (
Logano GE615 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Maak, nadat u het voorste element heeft
geplaatst, het trekgereedschap los, maar ver-
wijder het nog niet. Plaats eerst de anker-
stangen.
OPMERKING: Schade aan de installatie
door te lage persdruk!
B Wikkel het veerpakket niet op. Gebruik het
veerpakket in zijn originele toestand.
zie hoofdstuk 4.3.1, pagina 11). Maak daar-
afb. 17, pagina 16).
zie hoofdstuk 4.6, pagina 17).