4.4 Dijgeleiding
De kussens van de dijgeleiding zijn individueel in
te stellen in breedte, diepte en hoek.
Voor het instellen van de breedte, de diepte en
de hoek draait u de cilinderkopschroef onder het
zitvlak met inbussleutel (A) los en brengt u de di-
jbeengeleiding in de gewenste positie.
Voor een extra diepte-instelling opent u de klitten-
bandsluiting (B) en draait u de 2 lensschroeven
met inbussleutel (C) los. Breng het kussen in de
gewenste positie en draai de schroeven weer
vast. Sluit de klittenbandsluiting weer.
Schroef na iedere instelling de schro-
efverbindingen weer vast!
14
A
B
C