3.5 Rughoogte
Draai de schroeven (A) aan de achterkant van de
therapiestoel los en breng de rug in de gewenste
hoogte.
3.6 Rug met geïntegreerde bovenarmgelei-
ding
De rug met geïntegreerde bovenarmgeleiding is
standaard voorzien van kussen, hoes en kleine
kussenwiggen (ca. 3 cm ). Met de kussenwiggen
kan in het lagere rompgedeelte een komvorm
worden verkregen voor de best mogelijke positio-
nering van de romp. Om de komvorm te verande-
ren, maakt u het kussen van de rug los en opent
u de ritssluiting aan de achterkant. Breng nu de
kussenwiggen in de gewenste positie, sluit de ritssluiting en plaats de kussen weer
terug op de rug.
3.7 Armleuningen
De armleuningen zijn in de hoek, in lengte en in
breedte regelbaar.
De hoekregeling gebeurt na het losschroeven
van de
Stergreep (B). Door losdraaien van stergreep (C)
kan de hoogte worden ingesteld.
De breedteregeling gebeurt na het losdraaien
van beide draadpennen (D), die zich op de on-
derzijde van de zitunit bevinden.
Schroef na iedere instelling alle schro-
efverbindingen weer vast!
10
A
B
C
D
D