Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening Van De Apparaatbesturing; Hoofdweergave; Het Lasvermogen Instellen; Instelling Van Lasparameters In Functieverloop - EWM Microplasma 25-2 Bedieningshandleidingen

Inhoudsopgave

Advertenties

Apparaatbeschrijving - snel overzicht

Bediening van de apparaatbesturing

4.4
Bediening van de apparaatbesturing
4.4.1

Hoofdweergave

Na het inschakelen van het apparaat of beëindigen van een instelling schakelt de apparaatbesturing om
naar de hoofdweergave. Dit betekent dat eerder geselecteerde instellingen worden overgenomen (door
signaallampjes worden weergegeven) en de instelwaarde van stroomsterkte (A) in het linker lasgege-
vensdisplay wordt weergegeven. In het rechterdisplay wordt de voorgeselecteerde instelwaarde van de
lasspanning (V) of de werkelijke waarde van lasvermogen (kW) weergegeven. De besturing schakelt na
4 sec. weer terug naar de hoofdweergave.
4.4.2

Het lasvermogen instellen

De instelling van het lasvermogen wordt met de besturingsknop uitgevoerd. Daarnaast kunt u de parame-
ters in functieverloop of instellingen in verschillende apparaatmenu's aanpassen.
4.4.3

Instelling van lasparameters in functieverloop

De instelling van een lasparameter wordt uitgevoerd met een korte druk op de besturingsknop (keuze van
het functieverloop) en vervolgens door het draaien van de knop (navigatie naar de gewenste parameter).
Door nogmaals de knop in te drukken wordt de geselecteerd parameter voor instelling geactiveerd (para-
meterwaarde en desbetreffende signaallampje knipperen). Door de knop te draaien wordt de parameter-
waarde ingesteld.
Tijdens de instelling van de lasparameter knippert de in te stellen parameterwaarde op het linkerdisplay.
In het rechterdisplay wordt een parameterafkorting of een afwijking van de vooraf ingestelde parameter-
waarde omhoog of omlaag met een symbool weergegeven:
Display
4.4.4

Uitgebreide lasparameters instellen (expertmenu)

In het expertmenu zijn functies en parameters ingesteld die niet rechtstreeks op de apparaatbesturing
kunnen worden ingesteld of waarvan regelmatige instelling niet noodzakelijk is. Aantal en weergave van
deze parameters zijn afhankelijk van het eerder geselecteerde lasproces of de geselecteerde functie.
Door lang (> 2 sec.) op de besturingsknop te drukken wordt het item geselecteerd. Selecteer de desbe-
treffende parameter of het desbetreffende menupunt door de besturingsknop te draaien (navigeren) en in
te drukken (bevestigen).
U kunt daarnaast de drukknoppen rechts en links van de besturingsknop voor navigatie gebruiken.
4.4.5

Basisinstellingen wijzigen (apparaatconfiguratiemenu)

In het apparaatconfiguratiemenu kunnen de basisfuncties van het lassysteem worden aangepast. Alleen
ervaren gebruikers mogen de instellingen wijzigen > zie hoofdstuk 5.12.
24
Betekenis
Parameterwaarde verhogen
Om de fabrieksinstellingen weer te bereiken.
Fabrieksinsteling (voorbeeld waarde = 20)
De parameterwaarde is optimaal ingesteld.
Parameterwaarde verlagen
Om de fabrieksinstellingen weer te bereiken.
099-007030-EW505
18.08.2020

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave