Paneelbeschrijvingen
Onderpaneel
N
Batterijhouder
Installeer acht Ni-MH-batterijen (AA, HR6).
&
"De batterijen plaatsen"
De batterijen plaatsen
U hebt acht Ni-MH-batterijen (AA, HR6) nodig om de JUPITER-Xm op
batterijstroom te gebruiken.
Met deze batterijen kunt u het apparaat gedurende ongeveer 3,5 uur
gebruiken. Dit is echter afhankelijk van de omstandigheden waarin u
de JUPITER-Xm gebruikt.
* Wanneer u het apparaat omkantelt, moet u de knoppen en regelaars
beschermen tegen schade. Ga ook voorzichtig om met het apparaat, laat
het niet vallen.
* Verkeerd gebruik van de batterijen kan leiden tot explosie en lekkende
vloeistof. Zorg ervoor dat u alle voorschriften inzake batterijen opgesomd
in de hoofdstukken
"HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN"
OPMERKINGEN"
(infoblad
"HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN"
Gebruikershandleiding (p. 26)) naleeft.
1.
Schakel de JUPITER-Xm uit.
2.
Druk de lipjes van het afdekplaatje van de batterijhouder
op het onderpaneel naar binnen en verwijder het
afdekplaatje.
3.
Plaats de batterijen in de batterijhouder en let hierbij
vooral op de juiste polariteit
Let erop dat de "+"- en "–"-markering op de batterijen correct zijn
geplaatst.
4.
Sluit het afdekplaatje van de batterijhouder.
8
N
(p. 8)
en
"BELANGRIJKE
en de
("+"
en "–").
De JUPITER-Xm inschakelen
1.
Schakel de apparatuur in deze volgorde in: JUPITER-Xm 0
aangesloten apparaten.
* Om het interne circuit van de JUPITER-Xm te beveiligen, duurt het na het
opstarten enige tijd voordat het apparaat in werking treedt.
2.
Schakel de aangesloten apparatuur in en verhoog het
volume tot een geschikt niveau.
* Dit apparaat wordt automatisch uitgeschakeld na een vooraf ingestelde
tijdspanne sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt om muziek af
te spelen of sinds de knoppen of bedieningselementen van het apparaat
voor het laatst werden gebruikt (Auto Off-functie).
Als u niet wilt dat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld, schakelt u de
Auto Off-functie uit.
&
"Het apparaat automatisch laten uitschakelen na een bepaalde tijd (Auto Off )"
(p. 21)
5 Niet-opgeslagen gegevens gaan verloren wanneer het apparaat wordt
uitgeschakeld. Voordat u het apparaat uitschakelt, slaat u de gegevens op die
u wilt behouden.
5 Druk opnieuw op de aan-/uitknop om het apparaat weer in te schakelen.
Het apparaat uitschakelen
1.
Schakel de apparatuur uit in de volgorde van de
aangesloten apparaten 0 JUPITER-Xm.
Het algemene volume regelen
(Master Volume)
Regelt het algemene volume.
1.
Regel de [VOLUME]-regelaar.
De ingebouwde luidsprekers gebruiken
Dit apparaat bevat ingebouwde stereoluidsprekers. Als de
ingebouwde luidsprekers zijn ingeschakeld, kunt u geluid van dit
apparaat weergeven.
Locaties luidspreker
1.
Druk op de [MENU]-knop.
2.
Gebruik de
[1]-regelaar
om
vervolgens op de [ENTER]-knop.
U kunt deze selectie ook maken met de
plaats van de [1]-regelaar.
3.
Gebruik de
[1]-regelaar
om
gebruik de
[2]-regelaar
om
Parameter
Waarde
[1]-regelaar
[2]-regelaar
OFF
ON
Speaker Sw
AUTO
"SYSTEM"
te selecteren en druk
PAGE [ ] [ ]-knoppen
"Speaker Sw"
te selecteren en
"ON"
of
"AUTO"
op te geven.
Uitleg
Er komt geen geluid uit de luidsprekers.
Er komt geluid uit de luidsprekers.
"OFF" als een hoofdtelefoon is aangesloten,
"ON" als er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
in