[DEPTH]-regelaar
Hiermee specificeert u de diepte van de LFO.
[LFO 2]-knop
Er zijn twee LFO's. Als u op deze knop drukt om deze te laten
oplichten, voeren de bedieningselementen van de LFO-sectie
instellingen uit voor LFO2.
Wanneer de knop niet is opgelicht, voert deze sectie instellingen
uit voor LFO1.
DEPTH [PITCH]-knop
Als u op deze knop drukt om deze te laten oplichten, regelt de
[DEPTH]-regelaar
de vibratodiepte.
DEPTH [FILTER]-knop
Als u op deze knop drukt om deze te laten oplichten, regelt de
[DEPTH]-regelaar
de wah-diepte.
DEPTH [AMP]-knop
Als u op deze knop drukt om deze te laten oplichten, regelt de
[DEPTH]-regelaar
de tremolodiepte.
5
Display
Geeft uiteenlopende informatie weer voor de bediening.
[1] [2]-regelaars
Gebruik deze regelaars om de cursor te verplaatsen of een waarde
te wijzigen.
PAGE [<] [>] [ ] [ ]-knoppen
Verplaats de cursorpositie omhoog/omlaag/links/rechts.
Deze knoppen schakelen ook tussen de schermen.
[EXIT]-knop
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
Op sommige schermen annuleert u hiermee de bewerking die op
dat ogenblik wordt uitgevoerd.
* Door de
[EXIT]-knop
ingedrukt te houden en een regelaar of een andere
controller te bedienen, kunt u de huidige waarde controleren. Hiermee
kunt u een waarde controleren zonder het geluid aan te passen.
[ENTER]-knop
Gebruik deze knop om een waarde te bevestigen of een bewerking
uit te voeren.
6
FILTER
[TYPE]-regelaar
Specificeert het type filter.
[CUTOFF]-regelaar
Regelt de afsnijfrequentie van het filter.
[RESONANCE]-regelaar
Resonantie benadrukt het geluid in de zone van de afsnijfrequentie
van de filter.
LPF
HPF
Resonantie
Afsnijfrequentie
Afsnijzone
[KEY FOLLOW]-regelaar
Hiermee kan de filterafsnijfrequentie worden veranderd afhankelijk
van de toets die u bespeelt.
Als deze regelaar naar rechts wordt gedraaid, gaat de afsnijding
omhoog voor hogere noten. Als deze naar links wordt gedraaid,
gaat de afsnijding omlaag voor hogere noten.
BPF
PKG
VINTAGE FILTER [R] [M] [S]-knoppen
Als een model van het type vintage is geselecteerd, veranderen
deze knoppen het type filter.
[R]
modelleert een Roland-filter en
van vintage-synthesizers van andere fabrikanten.
7
AMP
[LEVEL]-regelaar
Regelt het volume.
8
ENVELOPE
[A] [D] [S] [R]-regelaars
A: attacktijd
D: decaytijd
S: vasthoudniveau
R: releasetijd
[DEPTH]-regelaar
In combinatie met de
[PITCH]-knop
regelaar de diepte van elke envelop aan. Als de regelaar in het
midden staat, wordt er geen effect toegepast.
[PITCH]-knop
Als deze knop is ingeschakeld (opgelicht), bewerkt u met de
[S] [R] [DEPTH]-regelaars
de PITCH-envelope.
[FILTER]-knop
Als deze knop is ingeschakeld (opgelicht), bewerkt u met de
[S] [R] [DEPTH]-regelaars
de FILTER-envelope.
[AMP]-knop
Als deze knop is ingeschakeld (opgelicht), bewerken de
[R]-regelaars
de AMP-envelop.
9
EFFECTS
[MFX]-regelaar
Regelt de MFX-diepte (individueel voor elke partij).
[DRIVE]-regelaar
Regelt de hoeveelheid vervorming (voor alle partijen samen /
alleen geldig voor partijen waarvan de Part: Output
[REVERB]-regelaar
Regelt de diepte van de reverb (individueel voor elke partij).
[CHORUS]-regelaar
Regelt de hoeveelheid chorus (individueel voor elke partij).
[DELAY]-regelaar
Regelt de hoeveelheid delay (individueel voor elke partij).
[DELAY TIME]-regelaar
Regelt de delaytijd (voor alle partijen samen).
10
Gemeenschappelijke sectie
[TRANSPOSE]-knop
Door deze knop ingedrukt te houden en de
[UP]-knoppen
te gebruiken, kunt u de toonhoogte van het klavier
transponeren in eenheden van een halve toon.
OCTAVE [DOWN] [UP]-knoppen
Hiermee verandert u de toonhoogte van het klavier in eenheden
van één octaaf.
[STEP EDIT]-knop
Kiest de stapbewerkingsmodus (p. 14).
[PART]-knop
Kiest de partijselectiemodus.
Paneelbeschrijvingen
[M]
en
[S]
modelleren de filters
en de
[FILTER]-knop
geeft deze
[A] [D]
[A] [D]
[A] [D] [S]
"DRIVE"
is).
OCTAVE [DOWN]
5