Paneelbeschrijvingen
Bovenpaneel
1
2
13
* De parameters die door elke controller worden aangepast, variëren afhankelijk van de modus. Sommige controllers kunnen
A
mogelijk niet worden bediend. Raadpleeg de
1
VOLUME
[VOLUME]-regelaar
Regelt het algemene volume.
[SL1] [SL2]-schuifregelaars
Regelen de parameters die zijn toegewezen aan de schuifregelaars.
[S1] [S2] [S3]-knoppen
Regelen de parameters die zijn toegewezen aan de knoppen.
2
I-ARPEGGIO
[TYPE]-regelaar
Selecteert het type arpeggio.
[RHYTHM]-regelaar
Selecteert het type ritme.
[TEMPO]-regelaar
Stelt het tempo van de arpeggio in.
[HOLD]-knop
Hiermee schakelt u de vasthoudfunctie in en uit.
Wanneer de vasthoudfunctie aanstaat, wordt de toonhoogte van
de laatst bespeelde toets vastgehouden.
[ON/OFF]-knop
Hiermee schakelt u de arpeggiofunctie in en uit.
PLAY DETECTOR [KEYS]-knop
Als deze aanstaat, veranderen de arpeggiotoonhoogten overeen-
komstig de toetsen die u indrukt.
PLAY DETECTOR [BEAT]-knop
Als deze aanstaat, verandert het arpeggiopatroon overeenkomstig
de timing waarop u de toetsen bespeelt.
4
3
4
10
5
6
8
11
"Reference Manual"
(PDF) voor meer informatie.
3
OSC
[TYPE]-regelaar
Selecteert de oscillatorgolfvorm.
[PITCH]-regelaar
Past de toonhoogte van de oscillator aan.
[LEVEL]-regelaar
Regelt het volume van de oscillator.
[MOD]-regelaar
Regelt de modulatiediepte.
[RING]-knop
Produceert een metaalachtig klankkarakter door OSC1 en OSC2
te vermenigvuldigen. Gebruik de
verandering te regelen.
[SYNC]-knop
Creëert een complexe golfvorm door OSC1 gedwongen opnieuw
te starten in synchronisatie met de cyclus van OSC2.
[XMOD]-knop
Specificeert de mate waarin de OSC2-golfvorm de frequentie
van OSC1 verandert. Gebruik de
verandering te regelen.
4
LFO
[TYPE]-regelaar
Selecteert de LFO-golfvorm.
[RATE]-regelaar
Specificeert de modulatiesnelheid van de LFO.
[FADE TIME]-regelaar
Specificeert de tijd vanaf het moment waarop de klank weerklinkt
tot de LFO zijn maximale amplitude bereikt.
7
9
12
[MOD]-regelaar
om de mate van
[MOD]-regelaar
om de mate van