3.3
Werking
Het pistool bestaat uit een vast gedeelte dat met de verwarmbare slang verbonden is en
een draaibaar gedeelte.
Het gedeelte dat met de verwarmbare slang verbonden is, bestaat uit:
• de verwarming,
• de temperatuursensor,
• de veiligheidsschakelaar voor overtemperatuur
• alle elektrische aansluitingen.
Het draaibare gedeelte bestaat uit
• het sproeisysteem,
• de trekker,
• de zender,
• de verwisselbare batterij (lithium-cel) voor de stroomtoevoer van de zendelektronica en
• de codeschakelaar voor het instellen van de tank (ontvanger)
De lijmt stroomt door de aansluitarmatuur (2) van de verwarmbare slang in de
verwarmingscylinder (9), die door het verwarmingspatroon wordt opgewarmd (8).
Van daaruit stroomt de lijm in de sproeikop. In rusttoestand sluit de sproeiernaald (15) de
nozzle-aansluiting (13), resp. de nozzle.
Bij het induwen van de trekker opent zich de sproeiernaald en komt de lijm tevoorschijn.
Tegelijkertijd wordt de zender geactiveerd. De aansturing van de zender gebeurt door een
magneet.
De temperatuur van het verwarmingselement wordt constant gecontroleerd door de
temperatuursensor (6) en door de regelelektronica van het basistoestel overgebracht. De
regelelektronica regelt met deze info het verwarmingspatroon.
Wanneer de temperatuur van de verwarmingscylinder (bv. door een defect van de
regelelektronica) de 260 °C overschrijdt, onderbreekt de veiligheidsschakelaar voor
oververhitting (7) om veiligheidsredenen de stroomtoevoer naar het verwarmingselement.
3.4
Bijzondere kenmerken
Algemeen
• Het draaibare deel kan 360° rond het vaste deel gedraaid worden.
• Geen storende leidingen rond het pistool dankzij de afstandsbediening van de trekker.
Type HS (sproeiversie)
• De sproeilucht wordt in de verwarmingsslang/cylinder (1 resp. 9) voorverwarmd en
komt er tijdgestuurd uit (voor- en nalucht). Daardoor kan optimaal en druppelvrij
gesprayed worden.
• De ombouw van sproeien naar strepen lijmen is middels het gebruik van een adapter
telkens mogelijk.
11
Montage en werking