Constructie en toepassing
3.2
Functie
De basis van de verwarmbare slang is de lijmslang (7) waardoor het hot melt materiaal
loopt. Hij bestaat uit hoogwaardige PTFE met glad oppervlak.
Omdat de lijmslang geen grote drukvastheid bezit, is hij met een roestvast staal geweven
gaas (6) omvlochten De aansluitarmaturen van verzinkt staal zijn met de gehele montage
in één stuk geperst.
De warmteleidingen (5) bestaan uit hoogwaardige warmteleidinglegeringen die met een
beveiligingsleiding zijn omvlochten. Als warmte-isolatie dient een glasvezelvlecht (4) die
de warmteleiding omsluit.
De PTFE-geïsoleerde aansluitdraden zijn spiraalvormig om deze montage gewikkeld.
Een warmtegestabiliseerde siliconenschuim (2) met fijnporige celstructuur omsluit de
hele montage die door een beschermende vlecht (1) van polyamide wordt beschermd.
De aansluitzijden van de slang zijn met temperatuurbestendige eindkappen van siliconen
voorzien.
Tussen verwarming en roestvast staal geweven gaas is een temperatuursensor (Pt100)
ingebouwd die de actuele slangtemperatuur aan de regelelektronica doorgeeft.
Verwarmbare slangen in spray-uitvoering bevatten ook een PTFE-slang (12) voor de
sproeilucht.
3.3
Chemische bestendigheid van de lijmslang
PTFE is bestand tegen bijna alle media.
In geringe hoeveelheden dringt water door de wanden.
Let op!
Vraag bij het gebruik van hot melt materialen die fluorhoudende koolwaterstoffen,
oliën, alcalimetalen of halogenen bevatten, bij de fabrikant om informatie over de
verenigbaarheid met PTFE.
Ongeschikte hot melt materialen kunnen de lijmslang beschadigen.
3.4
Temperatuurbestendigheid
Het polyamide beschermende vlechtwerk ([1] in afbeelding 3.1/1) verdraagt tot
160 °C. Door bundeling van meerdere verwarmbare slangen of het aanraken van hete
machineonderdelen kunnen lokale overtemperaturen ontstaan. Raadpleeg daarom altijd
de aanwijzingen in hoofdstuk 4.2.2.
Let op!
De maximaal toelaatbare temperatuur (T
overschreden.
Door te hoge temperaturen daalt de drukbelasting van de verwarmde slang die daardoor
kan beschadigen of kapot kan gaan (zie ook hoofdstuk 2.2, „Technische gegevens").
op het typeplaatje) mag niet worden
max
12