9.2
Foutmelding op display
Melding
Hose 1
Act=180
Overtemperature
Confirm with Enter
Hose 1
Act=160
Undertemperature
Confirm with Enter
Hose 1
Act=185
Maximum temperature
Confirm with Enter
Tank
Short circuit
Confirm with Enter
Hose1
missing
Confirm with Enter
Display
Error Time/Date
Confirm with Enter
Oorzaak
De temperatuur van de compo-
nenten (hier: „slang 1") heeft in
normale werking de toegestane
0
C
Set=170
0
C
temperatuur overschreden. De
melding moet met „Enter" be-
vestigd worden.
De temperatuur van de aangedu-
ide componenten (hier: „slang 1")
heeft in normale werking de toe-
C
Set=170
C
0
0
gelaten temperatuur onderschre-
den. De melding moet met "En-
ter" bevestigd worden.
De temperatuur van de aangedu-
ide componenten (hier: „slang
1") heeft in normale werking de
C
Set=170
C
0
0
toegelaten maximumtemperatuur
overschreden. De melding moet
met „Enter" bevestigd worden.
De temperatuursensor van de
betreffende component is defect.
De melding moet met „Enter"
bevestigd worden.
De verwarming van de
componenten wordt
uitgeschakeld.
•
•
De besturingseenheid toont de
huidige datum niet.
De betreffende component
(hier: „slang 1") is (elektrisch)
niet aangesloten of
de temperatuursensor is
defect.
43
Wat als
Oplossing
•
Controleer of de gevraagde
temperatuur tijdens normale
werking (zie hfdst. 6.3.2.3)
kleiner ingegeven werd dan de
werkelijke temperatuur minus
de waarde voor oververhitting
(zie hfdst. 6.3.3.1. "High").
•
Zet de installatie af en laat ze
afkoelen. Doet de fout zich na
30 min opnieuw voor, vraagt u
om technische assistentie.
•
Controleer of de gevraagde
temperatuur tijdens normale
werking (zie hfdst. 6.3.2.3.)
groter ingegeven werd dan de
werkelijke temperatuur plus de
waarde voor onderverhitting
(zie hfdst. 6.3.3.1. „low") .
•
Informeer de technische dienst
als deze instelling ok is.
•
Controleer of de gevraagde
temperatuur tijdens normale
werking (zie kop 6.3.2.3)
kleiner ingegeven werd dan
de werkelijke temperatuur
minus de maximum
temperatuurwaarde voor
oververhitting (zie hfdst.
6.3.3.1. "Max").
•
Schakel de installatie uit en
laat afkoelen. Als de storing na
ong. 30 min. opnieuw optreedt,
moet u de technische dienst
verwittigen.
•
Verwittig de technische dienst.
•
Sluit opnieuw elektrisch aan.
•
Vraag om technische
assistentie.
•
Stel datum en uur correct in.
•
Als de fout opnieuw optreedt,
reservebatterij van de bestu-
ringseenheid vervangen (zie
hoofdstuk 8.3).