8.9.1
Fasentest
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω,
van de BeNNiNG MM 1-1/ 1-2/ 1-3.
-
Het veiligheidsmeetsnoer inpluggen met het meetpunt en de toets 5 ("Volt-
Sensor") in werking stellen.
-
Het oplichten van het rode led en het weerklinken van een akoestisch signaal
betekent dat dit meetpunt de fase van een geaarde wisselspanning is.
9.
Onderhoud
De BENNING MM 1‑1/ 1‑2/ 1‑3 mag nooit onder spanning staan
als het apparaat geopend wordt! Gevaarlijke spanning!
Werken aan een onder spanning staande BeNNiNG MM 1-1/ 1-2/ 1-3 mag
uitsluitend gebeuren door elektrotechnische specialisten, die daarbij de
nodige voorzorgsmaatregelen dienen te treffen om ongevallen te voor‑
komen. Maak de BeNNiNG MM 1-1/ 1-2/ 1-3 dan ook spanningsvrij alvorens
het apparaat te openen.
-
Ontkoppel eerst beide veiligheidsmeetsnoeren van het te meten object.
-
Ontkoppel
BeNNiNG MM 1-1/ 1-2/ 1-3.
-
Zet de draaischakelaar 8 in de positie „Off".
9.1 Veiligheidsstelling van het apparaat
Onder bepaalde omstandigheden kan de veiligheid tijdens het werken met de
BeNNiNG MM 1-1/ 1-2/ 1-3 niet meer worden gegarandeerd, bijvoorbeeld in
geval van:
-
zichtbare schade aan de behuizing.
-
meetfouten.
-
waarneembare gevolgen van langdurige opslag onder verkeerde omstan-
digheden.
-
waarneembare gevolgen van transportschade.
in deze gevallen direct de BeNNiNG MM 1-1/ 1-2/ 1-3 uitschakelen en niet meer
gebruiken.
9.2 Reiniging
reinig de behuizing aan de buitenzijde uitsluitend met een schone, droge doek
(speciale reinigingsdoeken uitgezonderd). Gebruik geen oplos- en/ of schuur-
middelen om de BeNNiNG MM 1-1/ 1-2/ 1-3 schoon te maken. let er in het
bijzonder op dat het batterijvak en de batterijcontacten niet vervuilen door uitlo-
pende batterijen. indien toch verontreiniging ontstaat door elektrolyt of zich zout
afzet bij de batterijen en/of in de behuizing, dit eveneens verwijderen met een
droge, schone doek.
9.3 Het vervangen van de batterijen
Vóór het openen van de BENNING MM 1‑1/1‑2/1‑3 moet het ap‑
paraat spanningsvrij zijn! Gevaarlijke spanning!!
De BeNNiNG MM 1-1/ 1-2/ 1-3 wordt gevoed door twee ingebouwde 1,5 V
micro batterijen. Als het batterijsymbool op het display verschijnt, moeten
de batterijen worden vervangen (zie afbeelding 13).
De batterijen worden als volgt verwisseld:
-
Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten circuit.
-
Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van de BeNNiNG MM 1-1/ 1-2/ 1-3.
-
Zet de draaischakelaar 8 in de positie „OFF".
-
leg de BeNNiNG MM 1-1/ 1-2/ 1-3 op de voorzijde en draai de schroef met
de sleufkop uit het deksel van het batterijvak.
-
Neem het deksel van het batterijvak uit de achterwand.
-
Neem de lege batterijen uit het batterijvak.
-
leg de batterijen in de juiste richting in het batterijvak.
-
Klik het deksel weer op de achterwand en draai de schroef er weer in.
Zie fig. 13:
Gooi batterijen niet weg met het gewone huisvuil, maar lever
ze in op de bekende inzamelpunten. Zo levert u opnieuw een
bijdrage aan een schoner milieu.
9.4 Het vervangen van de zekering. (BeNNiNG MM 1-2/ 1-3)
Vóór het openen van de BENNING MM 1‑2/1‑3 moet het ap‑
paraat spanningsvrij zijn! Gevaarlijke spanning!!
De BeNNiNG MM 1-2/ 1-3 wordt door een ingebouwde zekering 10 A (G-smelt-
07/ 2012
daarna
de
vervanging van de batterijen.
BENNING MM 1-1/ 1-2/ 1-3
beide
veiligheidsmeetsnoeren
, Hz 9
van
de
104