1.8 Veiligheids- en bewakingsapparatuur
Het Oxiperm Pro desinfectiesysteem is voorzien van de vol-
gende veiligheids- en bewakingsapparatuur:
•
deksel op het systeemframe
•
twee opvangbakken voor de twee chemicaliëncontainers
(toebehoren)
•
veiligheids/multifunctie ventiel op de doseerpomp
•
magneetventiel op de verdunningwaterinlaat
•
volumebuffer en actief koolfilter voor ClO
tor ontsnapt
•
alarmfuncties in het besturingsysteem.
1.9 Chemicaliën
1.9.1 Chloordioxideconcentratie
In de reactor van het Oxiperm Pro desinfectiesysteem worden
verdund natriumchloriet en verdund zoutzuur gemengd om een
chloordioxideconcentratie van ongeveer 2 g per liter water te
creëren. Het systeem doseert de verdunde chloordioxide-oplos-
sing overeenkomstig de desinfectiebehoefte in de hoofdleiding
die gedesinfecteerd moet worden. Volgens de Duitse drinkwater-
verordening (TrinkwV 2001) mag de chloordioxideconcentratie in
drinkwater niet hoger zijn dan max. 0,4 mg per liter water.
De volgende veiligheidsinstructies moeten worden nageleefd:
Waarschuwing
Explosiegevaar wanneer chemicaliën in te hoge
concentraties worden gebruikt.
Gebruik uitsluitend natriumchloriet in een ver-
dunde concentratie van 7,5 gewicht %, conform
DIN EN 938.
Gebruik uitsluitend zoutzuur in een verdunde
concentratie van 9,0 gewicht %, conform
DIN EN 939.
De veiligheidsbladen van de leverancier moeten
worden nageleefd.
Waarschuwing
Kans op explosie en ernstige schade aan appara-
tuur en persoonlijk letsel als gevolg van bedie-
ningsfouten door verwisselen van de chemica-
liëncontainers of zuiglansen.
Haal de containers niet door elkaar.
Let op de rode en blauwe markeringen op de che-
micaliënpompen, zuiglansen en chemicaliëncon-
tainers: Rood = HCl, blauw = NaClO
Waarschuwing
Kans op brandwonden wanneer de huid en kle-
ding in aanraking komen met natriumchloride en
zoutzuur.
Getroffen huid en kleding moeten direct worden
gespoeld met water.
Waarschuwing
Kans op irritatie van de ogen, ademhalingssys-
teem en huid wanneer chloordioxide wordt ingea-
demd.
Draag beschermende kleding bij het vervangen
van de chemicaliën containers, in overeenstem-
ming met de regelgeving voor ongevallenpreven-
tie (Duitse GUV-V d05, "Chloreren van water" d.d.
januari 1997).
1.9.2 Opslaan van chemicaliën
•
Chemicaliën moeten worden opgeslagen in de correct gemar-
keerde originele kunststof containers (20-33 liter).
•
Sla geen chemicaliën op in de buurt van vet, brandbare stof-
fen, oliën, oxiderende stoffen, zuren of zouten.
•
Lege en volle containers moeten gesloten worden gehouden,
met name in gebieden waar landelijke ongevallenpreventiere-
gelgeving geldt voor de opslag (Duitse GUV-V D05).
1.9.3 Procedure bij noodgevallen
De algemene veiligheidsregelgeving en de regelgeving voor de
procedure voor noodgevallen zoals gespecificeerd in
EN 12671: 2007 (D) zijn van toepassing.
Acties in geval van een noodsituatie:
•
•
-gas dat uit de reac-
2
•
•
•
Zie het acceptatierapport voor alarmnummers.
.
2
Ventileer de installatielocatie direct.
Draag beschermende kleding (veiligheidsbril, handschoenen,
adembescherming en/of onafhankelijk ademhalingstoestel,
beschermend schort).
Implementeer initiële hulpmaatregelen:
– In geval van oogcontact, direct spoelen met veel water
gedurende tenminste 15 minuten. Raadpleeg een arts.
– In geval van huidcontact, direct afspoelen met veel water.
Verwijder alle verontreinigde kleding.
– In het geval er gas is ingeademd, er voor zorgen dat het
slachtoffer wordt voorzien van frisse lucht. Vermijd diep ina-
demen. Raadpleeg een arts (let op versnelde hartslag,
omdat een bloedrukverlagende behandeling nodig kan zijn).
Morsen:
– In geval van contact met kleding, direct verwijderen en
spoelen in ruim water. Gemorste chemicaliën in gebouwen
moeten met water worden weggespoeld.
Brandbestrijding:
– Waterachtige oplossingen van chloordioxide zijn niet direct
brandbaar. Doof het omliggende vuur met water, bij voor-
keur met een sprinklersysteem om het omgevingsgas te
verdunnen. Informeer het brandweerkorps over de geïnstal-
leerde productiecapaciteit en eventuele schadelijke stoffen
die zijn opgeslagen (precursor stoffen) zodat er voorzorgs-
maatregelen tegen eventuele risico's genomen kunnen wor-
den.
5