Aflezen van de stijging in het kalibratielogboek
1. SERVICE > METING > [OK].
2. ClO
> [OK].
2
3. KAL.DATA/LOGBOEK > [OK].
KAL.DATA/LOGBOEK
Nr
DATUM
31.07.2007
TIJD
12:34
STIJGING
22,0 µA
Invoer nr. 1 is de meest recente invoer, invoer nr. 2 de voor-
laatste, etc.
Activeren/uitschakelen van de weergave van het ClO
kalibratie-interval
1. KALIBRATIE > ClO
> KAL. CYCLUS > [OK].
2
2. (Interval) UIT > [OK] of
3. (Interval) AAN > [OK].
5.13.2 Uitvoeren van (tweepunts) pH-kalibratie
De elektrode stuurt de spanning (in mV) die correspondeert met
de pH-waarde naar het regelsysteem.
Twee verschillende bufferoplossingen kunnen worden gebruikt
voor het kalibreren van de pH-meetwaarde.
1. Bereid twee glazen potten voor met de bufferoplossingen.
2. Zorg er voor dat u een 10 l lege kunststof emmer gereed heeft
staan.
3. Meet de temperatuur van de bufferoplossing (met een thermo-
meter).
4. Druk op [Cal].
KALIBRATIE
CHLOORDIOXIDE
pH/REDOX
5. pH > [OK].
pH
KAL. MEETWAARDE
KAL. RESULTAAT
KAL. CYCLUS
6. KAL. MEETWAARDE > [OK].
KAL. MEETWAARDE
GRUNDFOS
DIN/NIST
ANDERE
7. Gebruik de [Omhoog] of [Omlaag] knop om een van de drie
buffertypes te selecteren.
Buffertype
Bufferwaarden
GRUNDFOS 4.01, 7.00, 9.18
DIN/NIST
4.01, 6.86, 9.18
De onderste en bovenste bufferwaarden kunnen
ANDERE
vrij worden aangepast (verschil van tenminste
1 pH) binnen het ingestelde pH meetbereik.
8. GRUNDFOS > [OK].
BUFFERTEMPERATUUR
25 °C
9. Stel de gemeten temperatuur van de bufferoplossing in op het
display > [OK].
10.Sluit de meetcel watertoevoer af.
11.Schroef de pH-elektrode van de meetcel. Gebruik de emmer
om eventueel uitlopend water op te vangen. Zie het einde van
paragraaf
Alternatieve methode door gebruik van de kalibra-
tiecapsule).
38
1
-
2
12.Dompel de pH-elektrode in één van de glazen potten die de
bufferoplossing bevatten, bijv. pH 4,01.
BUFFERWAARDE
4,01 pH
7,00 pH
9,18 pH
13.Selecteer op het display de bufferwaarde van de bufferoplos-
sing waarin de elektrode is ondergedompeld, bijvoorbeeld
4,01 pH > [OK].
KAL
A.u.b. wachten
De spanning in mV aan de elektrode in de bufferoplossing
(bijvoorbeeld pH 4.01) wordt gemeten en toegekend aan de pH-
waarde.
14.Verwijder de pH-elektrode uit de bufferoplossing en spoel met
water.
15.Dompel de pH-elektrode in de glazen pot die de tweede buf-
feroplossing bevat, bijv. pH 7,00.
BUFFERWAARDE
4,01 pH
7,00 pH
9,18 pH
16.Selecteer de bufferwaarde van de bufferoplossing waarin de
elektrode is ondergedompeld, bijvoorbeeld pH 7,00.
KAL
A.u.b. wachten
De spanning in mV aan de elektrode in de tweede bufferoplossing
(bijvoorbeeld pH 7.00) wordt gemeten en toegekend aan de pH-
waarde.
Het resultaat wordt geometrisch gepresenteerd:
Wanneer de spanning (mV) wordt weergegeven op de y-as en de
pH-waarde op de x-as, dan bestaat het resultaat uit twee punten.
Het verbinden van de twee punten resulteert in een rechte lijn.
17.KAL. RESULTAAT > [OK].
KAL. RESULTAAT
STIJGING
-57,88 mV/pH
ASYM.
-0,6 mV
Het resultaat wordt weergegeven als de stijging van de rechte lijn
en de asymmetrie (de asymmetrie is de afwijking van het nulpunt
bij pH 7). In dit voorbeeld komt één pH-eenheid overeen met -
57,88 mV.
PROCES LOOPT
21 °C
0,24 mg/l
7,00 pH
18.Verwijder de pH-elektrode uit de bufferoplossing en spoel met
water.
19.Schroef de pH-elektrode weer terug in de meetcel.
De huidige pH-waarde van het water in de hoofdwaterleiding
wordt bijgewerkt op het displayniveau.
20.Zet de meetcel watertoevoer weer aan.
21.Voer de bufferoplossing af. Niet teruggieten in de fles.
22.Giet de inhoud van de emmer in de afvoer.
De pH-kalibratie is afgerond.