Toepassing (opname)
■
Beschikbare typen in elke modus
(○: beschikbaar, –: niet beschikbaar,
*
1
○
–
–
–
○
*
1
Stel in op [
], [
• De flitser is niet te gebruiken bij het filmen of in de scènemodi [
[
], [
], [
●
Flitsinstellingen kunnen veranderen als u een andere opnamemodus kiest.
●
Als u een andere scènemodus kiest, worden de standaardflitsinstellingen hersteld.
■
Het beschikbare flitsbereik wanneer de instelling [Gevoeligheid] [AUTO] is
Max. groothoek
Max. tele
*
2
Wanneer de [ISO-limiet] op [AUTO] staat.
■
Sluitertijd voor elke flitsmodus
Instelling
*
3
Wanneer de [Gevoeligheid] op [AUTO] staat. Afhankelijk van de instelling voor [Korte sluitert.].
• In de Intelligent Auto modus verandert de sluitertijd afhankelijk van de
geïdentificeerde scène.
• In de scènemodus zal de sluitertijd anders zijn dan de hiervoor beschreven
sluitertijden.
○
○
○
○
○
○
○
–
○
○
], [
] of [
] afhankelijk van het onderwerp en de helderheid.
] en [
].
Ongeveer 0,3 m - 13,5 m
Ongeveer 1,5 m - 6,4 m
Sluitertijd (seconden)
*
3
1/60
*
3
1
- 1/2000
Beelden opnemen met de ingebouwde flitser
: standaardinstelling)
[Scènemode]
○
○
–
○
–
–
○
○
–
–
–
○
○
○
○
*
2
*
2
- 1/2000
- 81 -
○
○
○
–
○
–
○
○
○
–
–
–
○
○
○
], [
], [
], [
],
VQT5B83