Toepassing (opname)
Gebruik van de functieknop
U kunt de opnamefunctie, enz., aan de functieknoppen toekennen. Druk op de knoppen
om onmiddellijk toegang tot de toegekende functies te krijgen.
*
Om hem als functieknop te gebruiken, zet u [AF/AE LOCK / Fn1] in het [Set-up]-menu op [Fn1].
Selecteer [Fn knopinstelling] in het [Set-up]-menu
Druk op
wilt toekennen en druk vervolgens op [MENU/SET]
Druk op
vervolgens op [MENU/SET]
■
Instellingen: [Fn1 knopinstelling] / [Fn2 knopinstelling]
■
Functies die kunnen worden geregistreerd
[Fotostijl]
(→142)
[Aspectratio]
[Kwaliteit]
(→144)
[Meetfunctie]
[AF mode]
(→95)
[AF-stijl]
(→146)
[Int.dynamiek]
●
De functie die wordt toegewezen aan de [Fn2]-knop, zal in de volgende gevallen niet
werken.
• [Miniatuureffect] [Kleuraccent] ([Creatieve opties]-modus)
●
Wanneer [AF mode] gelijk is aan [
knop niet als een functieknop werken. (De knop werkt als keuzeschakelaar voor
vergrendeling/annulering van Tracking AF.)
*
om de knop te selecteren waaraan u de functie
om de toe te kennen functie te selecteren en druk
(→143)
(→148)
(→148)
] ([Tracking AF]), zal de [AF/AE LOCK (Fn1)]-
- 107 -
[Richtlijnen]
(→64)
[Video Opn.gebied]
(→66)
[Restaanduid.]
(→66)
[Flitser]
(→79)
[Flitser instel.]
(→153)
[Auto bracket]
(→155)
(→62)
(→57)
VQT5B83