SCHEMA GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD (2.9 V6 motor)
De controles vermeld in het Schema Geprogrammeerd Onderhoud moeten, na het bereiken van 150.000 km/10 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen bij het eerste interval, waarna de eerder toegepaste frequenties moeten worden aangehouden.
km x 1000
Jaren
Controle laadtoestand van de accu met het specifi eke
instrument
Controle conditie/slijtage banden en eventueel
herstel spanning; controle conditie/verval herlading
bandenreparatiekit (indien aanwezig)
Controle werking verlichtingssysteem
(koplampen, richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
bagageruimte, interieur, dashboardkastje,
waarschuwingslampjes instrumentenpaneel, enz.)
Controle en eventueel bijvullen vloeistofniveaus
motorruimte (1)
Controle uitlaatgasemissie/roetuitstoot
Controle, door middel van het diagnose-instrument, van de
werking van de systemen voor
brandstoftoevoer/motormanagement en emissies
Visuele controle van de conditie en integriteit van de
buitenzijde van de carrosserie, bodemplaatbescherming,
slangen en leidingen (uitlaat, brandstoftoevoer, remsysteem),
rubberen elementen (hoezen, slangen, bussen, enz... )
Controle stand/slijtage ruitenwissers voor- en achterruit
(1) Gebruik voor het bijvullen uitsluitend de in de boorddocumentatie aangegeven vloeistoffen en controleer eerst of het systeem intact is.
15
30
45
60
75
1
2
3
4
5
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
90
105 120 135 150
6
7
8
9
10
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
7