WAARSCHUWING De elektrische
verstelling is alleen toegestaan met het
start-/contactslot in de stand ON en
gedurende ongeveer 60 seconden na
het plaatsen in de stand STOP. Ook is het
mogelijk de stoel te verstellen gedurende
ongeveer 60 seconden na het openen/
sluiten van het portier,
de vergrendeling/ontgrendeling van het
voertuig of na de inschakeling van het
centrale voorste plafondlampje.
Verstelling zitneiging (kanteling)
(indien aanwezig)
De neiging van de stoelzitting kan
in vier standen worden ingesteld.
Beweeg het voorste gedeelte van het
bedieningselement 1 afb. 2 omhoog
of omlaag om de voorzijde van de
stoelzitting in de overeenkomstige
richting te verplaatsen. Laat het
bedieningselement 1 los wanneer de
zitting de gewenste stand bereikt heeft.
Breedteverstelling rugleuning
(indien aanwezig)
Verplaats de schakelaars 4 afb. 2 om
de breedte van de rugleuning aan te
passen door middel van de vulling van de
rugleuningfl anken.
2
Verlenging van de zitting
(indien aanwezig)
Til de hendel 6 afb. 3 op en duw het
voorste gedeelte van de zitting voor-
of achteruit; de zitting kan enkele
centimeters verplaatst worden.
ACHTERBANK
3)
De achterbank afb. 2 is geschikt voor drie
personen.
BELANGRUK
1) Verstellingen mogen uitsluitend worden
uitgevoerd met het stilstaande voertuig.
2) Controleer na het loslaten van de
hendel van de verstelling altijd of de stoel
geblokkeerd is op de geleiders door de stoel
voor- en achteruit proberen te verplaatsen.
Een niet-correcte blokkering kan leiden tot
onverwachte verplaatsingen van de stoel en
mogelijk controleverlies over het voertuig.
3) Controleer altijd of alle aan boord
aanwezige personen zitten en de
veiligheidsgordel correct bevestigd hebben.
BELANGRUK
1) De bekleding van de stoelen is ontworpen
fi g. 3
om langdurig weerstand te bieden tegen
de slijtage veroorzaakt door een normaal
gebruik van het voertuig. Hevige en/of
langdurige wrijving met kledingaccessoires,
zoals metalen gespen, sierknopen,
klittenbandsluitingen en dergelijke, moeten
echter vermeden worden omdat deze
plaatselijk een grote druk uitoefenen op de
vezels, waardoor deze kunnen breken en de
bekleding beschadigd raakt.
2) Onder de stoelen met elektrische
verstelling mogen geen voorwerpen
geplaatst worden omdat ze de beweging
zouden kunnen beperken of belemmeren
en de bedieningselementen zouden kunnen
beschadigen.
fi g. 4