Inhoudsopgave
Advertenties
De
werkomgeving
moet
met
inachtneming
van
methoden,
materialen
en
toepasings-
omstandigheden zodanig zijn ingericht, dat de ademlucht vrijgehouden wordt van stoffen die een
gevaar voor de gezondheid vormen (zie BGV A3).
Om te garanderen dat de toegestane grenswaarden niet worden overschreden, moet evt. worden
gezorgd voor voldoende ventilatie of technische afzuiging.
3.) Geluid/lawaai
Tijdens het lassen ontstaat lawaai door het afkloppen van slakken, slijpen, de vlamboog en in
mindere mate door de lasinstallatie. De door het lasproces ontstane geluiden zijn sterk afhankelijk van
de gekozen lasmethode, de hantering van het laspistool, de basismaterialen en de omgeving.
Door geluiddempende maatregelen of inkapseling kan het geluidsniveau worden verlaagd.
Belangrijk:
een geluidsdruk van meer dan 85 dB(A) kan leiden tot schade aan het gehoor en het menselijke
zenuwstelsel.
Daarom moet bij overschrijden van deze grenswaarde een persoonlijke gehoorbescherming
worden gedragen.
4.) Optische straling
Door het licht van de vlamboog bestaat er gevaar voor verblinding.
Ultraviolette straling kan leiden tot schade aan het netvlies en verbranding van de huid.
Draag daarom altijd de juiste persoonlijke veiligheidsuitrusting. Let erop dat de lasbril voldoet aan de
geldende voorschriften (bv. DIN EN 166, DIN EN 169 of DIN EN 379) en dat voor het lassen de juiste
beschermingsklasse wordt gekozen. De in de tabel vermelde beschermingsklassen mogen niet
worden onderschreden. Een te lage beschermingsklasse kan trillingen in het oog en oogschade
veroorzaken!
5.) Elektrische gevaren
Door aanraking van de lasstroom bestaat er gevaar voor een ernstige elektrische schok. Neem
gepaste beschermingsmaatregelen tegen dit gevaar!
Draag altijd:
de juiste lashandschoenen
gesloten, zo mogelijk droge beschermende kleding
veiligheidsschoenen met onbeschadigde rubberen zolen
Gebruik altijd uitsluitend uitrustingsdelen en lasvoorzieningen die in perfecte staat zijn!
Voorkom aanraking met spanningsvoerende onderdelen!
De spanningsvoerende onderdelen (bv. de aansluitingen voor het laspistool en de laskabel) worden in
"
"
"
de bedrijfsmodus
Elektrodelassen
niet stroomloos geschakeld en in de bedrijfsmodus
MIG/MAG-
"
lassen
is dit afhankelijk van het signaal van het laspistool.
Vervang de elektroden uitsluitend wanneer de lastransformator is uitgeschakeld!
Schakel de lasinstallatie tijdens langere onderbrekingen van de werkzaamheden altijd uit en laat de
installatie nooit zonder toezicht achter!
62
Advertenties
Inhoudsopgave
