Verklaring van de speciale parameters
1
[sec]
SP1:
Gasvoorstroomtijd
SP2:
Aanvoersnelheid
SP3:
Startstroom van de lasstroom
SP4:
Starttijd: Tijdsduur gedurende welke de startstroom is ingeschakeld
SP5:
Startverloop: verloop van de correctie van de startstroom naar de
lasstroom tijdens het lassen.
SP14: Dalen, sprong:
De lasstroom daalt in één keer naar deze waarde na het beëindigen
van het lasproces. Deze spring voorkomt vergroting van de
naadbreedte van de eindkrater en zorgt ervoor dat de krater wordt
gesloten.
SP15: Tijd daalstroom
SP16: Kratervulstroom: stroomsterkte
SP17: Vrijbranden:
SP18: Gasnastroomtijd
SP8:
Dubbelpulsen: Amplitude
SP9:
Dubbelpuls T1-tijd
SP10: Dubbelpuls T2-tijd
SP32: Dubbelpuls-Slope T1/T2: vier vastgelegde tijden
SP33: Dubbelpuls-Slope T2/T1: vier vastgelegde tijden
40
3
[%]
2
4
5
[%]
[sec]
[sec]
stroomsterkte naar welke de lasstroom direct
wordt verlaagd.
waarop
ingestelde daaltijd wordt verlaagd.
De draadaanvoer wordt bij ingeschakelde spanning
en stroom uitgeschakeld. De draadelektrode brandt
weg.
Dubbelpulsen:
Doppelpulsen:
T1
9
[sec]
1
4
[%]
1
5
[sec]
binnen
de
3
3
3
2
1/ 2/ 3/ 4 1/ 2/ 3/ 4
T2
T2
T1
1
0
[sec]
1
7
1
6
[%]
1
8
[sec]
[0,0 - 20,0 sec]
[10 - 200%]
[50 - 150%]
[0,1 - 10,0 sec]
[0,1 - 10,0 sec]
[10 - 100%]
[0,1 - 10,0 sec]
bij
SP15
[1 - 100%]
[0 - 20]
[0,1 - 20,0 sec]
8
[%]
[20 - 180%]
[0,1 - 10,0 sec]
[0,1 - 10,0 sec]
[1, 2, 3, 4]
[1, 2, 3, 4]
1=langzaam 4=snel