SP22: Niet in gebruik
Bij het lassen met de karakteristieken FOCUS.PULS en POWER.PULS U/I kan de juiste
correctiefactor voor het resp. tussenslangpakket eenvoudig worden bepaald. De correctiefactor moet
zodanig worden ingesteld dat er geen overgang van de startfase, ca. de eerste 3 seconden, naar het
lassen, in het bijzonder bij de vlambooglengte, kan worden vastgesteld.
SP23: Uitvoering afstandsregelaar: instelling
1 = Verstelmogelijkheid van de beide instelwaarden: energie en vlambooglengte
2 = Alleen de energie van vanaf de afstandsregelaar resp. het laspistool
worden versteld. De vlambooglengte moet op de draadaanvoerkoffer
resp. op de installatie worden veranderd.
3 = Alleen de vlambooglengte kan vanaf de afstandsregelaar resp. het laspistool
worden versteld. De energie moet op de draadaanvoerkoffer
resp. op de installatie worden veranderd.
SP34: Correctie vlambooglengte:
1 =
Correctie vlambooglengte via U (spanning)
2 =
Correctie vlambooglengte via V
(1
SP27: Ventilator
Auto: de ventilator wordt alleen ingeschakeld indien nodig.
Aan:
de ventilator draait permanent.
Gelijktijdig met de ventilator wordt de transformator van het lichtnet
afgekoppeld om het energieverbruik van de onbelaste lasinstallatie
te beperken.
42
van
bedienen functies via het laspistool of een
aangesloten afstandsregelaar.
Fernsteller:
Afstandsregelaar:
LBL
LBL
1
2
3
(draadaanvoer)
D
de
op
afstand
te
LBL:
3
4
MIG Plus2
1=U
2=
2
3
1/ 2/ 3
[]
[1, 2, 3]
[1, 2]
[Auto / Aan]