Inhoudsopgave
Advertenties
10.4
MIG/MAG-laspistool
REHM-lasinstallaties zijn deels uitgerust voor watergekoelde laspistolen. De uitrusting voor het
laspistool is afhankelijk van de resp. lastaak en moeten hierop worden afgestemd.
10.5
Accessoires voor het laspistool
10.5.1 Contactmondstukken
Contactmondstukken zijn slijtageonderdelen en moeten regelmatig worden vervangen.
Let erop dat de contactmondstukken worden gekozen aan de hand van de gekozen draaddiameter.
Voor
aluminium
lastaken
draaddiameters. Deze vindt u in de REHM accessoirecatalogus.
10.5.2 Gasmondstukken
Gasmondstukken in verschillende uitvoeringen voor de meest uiteenlopende toepassingen
vindt u in de REHM accessoirecatalogus .
10.5.3 Draadgeleidingsspiralen
Draadgeleidingsspiralen moeten aan de hand van de verschillende soorten materiaal en de
draaddiameter worden gekozen. Het assortiment hiervoor vindt u in de REHM-accessoirecatalogus .
10.6
Houding en afstand van het laspistool
De onderstaande informatie zijn aanbevolen richtwaarden waarmee de gebruiker goede resultaten kan
behalen.
Afhankelijk van de taak kunnen deze waarden binnen een bepaalde marge ook individueel worden
aangepast.
Voor MIG/MAG standaardlassen:
Voor traploos resp. conventioneel lassen met synergiekarakteristieken:
Houding van het laspistool:
Afstand van het laspistool*: ca. 10 tot 15 mm
Voor MIG/MAG pulslassen:
Houding van het laspistool:
Afstand van het laspistool*:
Afstand van het laspistool = de afstand van het contactmondstuk tot het
werkstuk.
60
zijn
speciale
contactmondstukken
afhankelijk
van
de
of stekend
altijd iets stekend, ca. 10° - 15°
ca. 15 tot 20 mm
d.w.z. de vlamboog moet altijd te zien zijn.
leverbaar
gewenste
naad-
en
voor
verschillende
inbrandvorm,
neutraal
Advertenties
Inhoudsopgave
