Onderhoud van het maaimes
Om een goed maairesultaat te verkrijgen, moet u het
maaimes scherp houden. Een extra maaimes vergemak-
kelijkt het slijpen en vervangen.
Gevaar
Een versleten of beschadigd mes kan breken en een
stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de
richting van de bestuurder of omstanders en
ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
Vervang een versleten of beschadigd mes.
Het mes controleren
1. Controleer de snijranden (Fig. 27). Als de randen niet
scherp zijn of bramen vertonen, moet u het maaimes
verwijderen en slijpen; zie Het maaimes slijpen, blz. 30.
Figuur 27
1. Snijrand
2. Gebogen deel
2. Controleer het mes, met name het gebogen deel
(Fig. 27). Als u beschadiging, slijtage of groefvorming
in dit deel constateert (Fig. 27), moet u het mes direct
vervangen.
1
2
3
m-151
3. Slijtage/groefvorming
29
Het maaimes verwijderen
1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
2. Verwijder het contactsleuteltje.
3. Verwijder de bougiekabel van de bougie.
4. Zet de transaxle in de eerste versnelling.
5. Stel de parkeerrem in werking.
6. Pak het uiteinde van het mes vast met een lap of een
dikgevoerde handschoen. Verwijder vervolgens de
mesbout, de klemring, de mesversteviger en het mes
(Fig. 28). Plaats indien nodig een houten blok tussen het
maaimes en het maaidek om het mes vast te zetten,
zodat u de bout kunt losdraaien.
3
Figuur 28
1. Mes
2. Mesversteviger
2
1
3. Mesbout en klemring