3. Spoelen van het pistool.
Verwijder de klemring van de luchtkap (18), de lucht-
kap (14) en de spuittip (33).
Voordat het pistool met spuitmateriaal gebruikt wordt,
moet het eerst gespoeld worden. Gebruik daarvoor
een oplosmiddel dat geschikt is voor gebruik met de
te spuiten vloeistof, en gebruik de laagst mogelijke
druk en een geaard metalen vat.
Afb. 2
4. Ontlast de druk.
WAARSCHUWING
GEVAAR VAN APPARATUUR ONDER DRUK
Om het risico op ernstig letsel te verminderen, moet u,
telkens wanneer gevraagd wordt om de druk te ontlasten,
de Drukontlastingsprocedure op blz. 9 uitvoeren.
8
309117
Opstellen
5. Een spuittip en een luchtkap kiezen.
De materiaalstroom en de patroonbreedte hangen af van
de maat spuittip, de viscositeit van het materiaal, en de druk
ervan. Neem contact op met uw Graco-leverancier voor hulp
bij de juiste keuze van een spuittip voor uw toepassing. Zie
de Overzichten voor spuittips op blz. 26.
6. Een spuittip installeren.
Een spuittip installeren in het pistool. Steek de tip in de
luchtkap. Zorg ervoor dat de positioneringspen voor de tip
in de sleuf van de luchtkap valt. Steek de luchtkap in de
tipbeschermer/klemring (18) en draai het geheel met de
hand stevig op het pistool om te zogen dat er een goede
afdichting is tussen de tippakking en de behuizing van de
zitting (13).
7. Afstellen van de luchtkap.
De luchtkap en de stand van de spuittip zijn bepalend
voor de richting van het spuitpatroon.
Draai de luchtkap (de spuittip draait mee) zodanig als
nodig is om de gewenste richting te verkrijgen voor het
spuitpatroon.
9126A
Afb. 3
Verticaal patroon
Horizontaal patroon
02020