GEVAREN VAN MISBRUIK VAN APPARATUUR
Verkeerd gebruik van de apparatuur kan scheuren of verkeerd functioneren veroorzaken, of de apparatuur
kan plotseling gaan werken, met mogelijk ernstige verwondingen als gevolg.
INSTRUCTIES
D Deze apparatuur is uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik.
D Lees alle bedieningsvoorschriften, typeplaatjes en labels, voordat u de apparatuur in gebruik neemt.
D Gebruik de apparatuur uitsluitend voor de toepassing waarvoor ze bedoeld is. Als u twijfelt, bel dan
uw Graco-leverancier.
D Breng geen wijzigingen of modificaties aan de apparatuur aan. Gebruik uitsluitend Graco-onderdelen
en toebehoren.
D Controleer de apparatuur dagelijks. Repareer of vervang versleten of beschadigde onderdelen meteen.
D Overschrijd niet de maximum werkdruk van de zwakste component in uw systeem. Deze apparatuur heeft
een maximum materiaalwerkdruk van 28 MPa (280 bar) en een maximum ingaande luchtdruk van
0,7 MPa (7 bar).
D Houd slangen uit de buurt van plaatsen waar gereden wordt, scherpe randen, bewegende onderdelen
en hete oppervlakken. Graco-slangen niet blootstellen aan temperaturen boven 82_C of onder –40_C.
D Zorg dat er geen kink in slangen komt, buig ze niet te ver door en trek het apparaat nooit vooruit aan de slang.
D Gebruik alleen slangen die goedgekeurd zijn door Graco. Verwijder nooit een veerborg; deze worden
gebruikt om de slang te beschermen tegen kinken of ombuigen in de buurt van de koppeling, wat kan
tot scheuren van de slang.
leiden
D Gebruik materialen en oplosmiddelen die de bevochtigde delen van de apparatuur niet chemisch kunnen
aantasten. Zie het hoofdstuk Technische gegevens van alle handboeken voor de apparatuur. Lees de
waarschuwingen van de fabrikant van de materialen en oplosmiddelen.
D Draag tijdens het gebruik van deze apparatuur een gehoorbescherming.
D Houdt u aan alle geldende plaatselijke en landelijke voorschriften van de brandweer, van de elektriciteits-
maatschappij, en aan alle overige veiligheidsvoorschriften.
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Verkeerde aarding, slechte ventilatie, open vuur of vonken kunnen een gevaarlijke situatie veroorzaken en leiden
tot brand of explosies en ernstig letsel.
D Aard zowel de apparatuur als het te spuiten voorwerp. Zie Het systeem aarden op blz. 6.
D Zorg voor voldoende ventilatie met verse lucht, om te voorkomen dat zich ontvlambare dampen verzamelen
uit oplosmiddelen of uit de gepompte vloeistof.
D Zorg dat er geen ontstekingsbronnen zijn, zoals waakvlammen, sigaretten en plastic druppelopvangers
(deze kunnen statische vonkoverslag geven). Haal geen stekkers uit stopcontacten, steek geen stekkers
in stopcontacten en doe geen lampen aan of uit in het spuitgebied.
D Houd het spuitgebied vrij van afval, ook van oplosmiddel, poetslappen of benzine.
D Doe het licht in het spuitgebied niet aan of uit als u aan het spuiten bent of als er dampen hangen.
D Niet roken in het spuitgebied.
D Gebruik in het spuitgebied geen benzinemotor.
D Als u ook maar ergens vonken door statische elektriciteit opmerkt, moet u meteen met spuiten ophouden.
Stel de oorzaak vast en verhelp het probleem.
D Zorg dat er altijd een brandblusapparaat op de werkplek is.
WAARSCHUWING
309117
3