Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hardware-Instellingen; Instellen Van Het Instrumentadres; Hardware-Adressering - Endress+Hauser Proline 300 Beknopte Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Proline 300:
Inhoudsopgave

Advertenties

Flowmeter Proline 300
5.4

Hardware-instellingen

5.4.1

Instellen van het instrumentadres

Het adres moet altijd worden ingesteld bij een PROFIBUS DP/PA-instrument. Het geldige
adresbereik ligt tussen 1 en 126. In een PROFIBUS DP/PA-netwerk, kan elk adres slechts
eenmaal worden toegekend. Wanneer een adres niet correct is ingesteld, wordt het
instrument niet door de master herkend. Alle meetinstrumenten worden af fabriek geleverd
met instrumentadres 126 en met de software-adresseringsmodus.
Risico voor elektrische schok bij het openen van de transmitterbehuizing.
Voor openen van de transmitterbehuizing:
Maak het instrument los van de voedingsspanning.

Hardware-adressering

1.
Stel het gewenste instrumentadres in met de DIP-schakelaars in het
aansluitcompartiment.
2.
Voor omschakelen van de adressering van software- naar hardware-adressering: zet de
DIP-schakelaar op On.
 De verandering van het instrumentadres wordt na 10 seconden van kracht. Het
instrument wordt herstart.
Endress+Hauser
Elektrische aansluiting
not used
1
128
2
64
3
32
4
16
5
8
6
4
7
2
8
1
Off
On
1
2
3
4
A0029637
A0029633
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Proline 300 profibus pa

Inhoudsopgave