7.8.2
Instelling van de demping
Menupad:
"Configure_Differential Pressure Measurement_Output" (configureren, verschildrukmeting,
uitgang)
De gewenste waarde in het veld "Output parameter" (uitgangsparameters) in de regel
"Dämpfung" (demping) invoeren.
7.8.3
Correctie van scheefstand meetcel (scheefstand meetunit)
Menupad:
"Configure_Differential
verschildrukmeting procesvariabele)
De knop "Adjust" (afstellen) in het veld "Oblique sensor" (scheefstand meetunit) indrukken.
De afstelling wordt direct uitgevoerd en tegen stroomuitval beveiligd opgeslagen in de
drukmeetomvormer.
7.8.4
Instellen van meetbegin en meeteinde
Menupad:
"Configure_Differential
verschildrukmeting procesvariabele)
Hier zijn in het veld "Scaling" (schaling) twee instelmogelijkheden:
1. Waarde-invoer
In de invoervelden "Lower range value" (meetbegin) en "Upper range value" (meeteinde) de
gewenste waarden invoeren.
2. Procesdrukovername
Voor de instelling worden de "lower range value" (meetbegin) en het "upper range value"
(meeteinde) als druk op de meetunit ingevoerd. Daarbij mogen de meetgrenzen niet worden
overschreden.
Als drukgevers kunnen reduceerstations met instelbare druk en vergelijkend scherm benut
worden.
Men moet er bij het aansluiten op letten dat restvloeistoffen (bij gasvormige teststoffen) of
luchtbellen (bij vloeibare teststoffen) niet in de aansluitleidingen komen, omdat deze fouten bij
het controleren kunnen opleveren.
De meetafwijking van de drukgever moet minimaal drie maal kleiner zijn dan de gewenste
meetafwijking van de drukmeetomvormer.
IM/265D/V-NL-04
Pressure
Measurement_Process
Pressure
Measurement_Process
265Dx, 265VS
Configuratie
Variable"
(configureren
Variable"
(configureren
63